26.7.3 Vorm
Verder lezen
1
Een balansschikking bestaat uit twee zinnen met voor-pv, verbonden door
of, die niet omkeerbaar zijn, en waarvan de eerste een
'negatief element' bevat:
niet
geen
niemand
niets
nooit
nergens
nauwelijks
pas
weinig
, enz. (zie hiervoor:
[18.5.4.4/iiic]).
2
Twee zinnen in balansschikking kunnen in hun geheel ondergeschikt gemaakt
worden en als zinsdeel(stuk) in een andere zin fungeren. De voorzin heeft
dan achter-pv, de of-zin houdt de voor-pv. Voorbeelden:
1Het is een feit dat hij er
niet aan twijfelt of alles komt in orde.
2Hij geloofde alles wat ze zei,
zodat hij niet beter wist of ze was een halve
heilige.
3Het was een man die
nauwelijks op straat kon komen of alle meisjes vlogen op hem
af.
3
Naar de vorm zijn de mogelijkheden in de voorzin van de
in
[26.7.2] onderscheiden types [4], [5] en
[6] beperkt: in type [4] en [5]
kunnen vrijwel geen andere zelfstandige werkwoorden voorkomen dan die in de
gegeven voorbeelden; in type [6] zijn er nog wel enkele
variaties denkbaar, bijv.
het kan niet
anders
ik weet niet
beter/anders
ik dacht/vermoedde niet(s)
anders
, bijv.:
4Ik weet niet beter/anders
of hij wordt voorzitter.
Voor de of-zinnen van deze types en voor de beide zinnen van
de types [1], [2] en [3] gelden
binnen de omschreven betekenisverhoudingen geen bijzondere beperkingen.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |