Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
1.1.1 De foneeminventaris van het Nederlands: distinctieve eigenschappen
De foneeminventaris van het Nederlands is de verzameling van woordonderscheidende klanken of fonemen. Het Standaardnederlands telt 36 woordonderscheidende klanken, waaronder 16 klinkers en 20 medeklinkers. Fonetisch gezien worden medeklinkers gekenmerkt door een vernauwing of afsluiting in het spraakkanaal die de luchtstroom vanuit de longen in meer of mindere mate belemmert en moduleert. Bij klinkers daarentegen, die gekleurd worden door de positie van de tong, kan de lucht onbelemmerd ontsnappen, ze zijn altijd spontaan stemhebbend of [+sonorant]. Bij de articulatie van klinkers trillen de stembanden altijd (behalve als we fluisteren), voor medeklinkers is dat soms wel ([+stem]) en soms niet ([-stem]) het geval. Vanuit fonologisch perspectief kunnen we in het Nederlands klinkers definiëren als klanken die functioneren als de kern of nucleus van een lettergreep.
Behalve [sonorant] en [stem] zijn er nog andere distinctieve kenmerken die de Nederlandse fonemen karakteriseren. Iedere klank kan namelijk worden beschreven als een bundel van distinctieve kenmerken.
Verder lezen
De Nederlandse klinkers worden geclassificeerd op basis van de distinctieve eigenschappen gespannenheid, klinkerhoogte, plaats van articulatie (voor of achter in de mond), en lipronding:
  • gespannen – ongespannen (bijv. a vs. ɑ );
  • hoog – laag (bijv. u vs. ɔ );
  • voor – achter (bijv. i vs. u );
  • gerond – ongerond (bijv. y vs. i ).
Medeklinkers worden gekenmerkt door:
  • de manier waarop de afsluiting in het spraakkanaal plaatsvindt (bijv. door totale afsluiting of lichte vernauwing in de mond), ofwel door een verlaging van het zachte gehemelte (velum) waardoor de lucht kan ontsnappen via de neus (nasale medeklinkers);
  • de plaats van de vernauwing (bijv. bij de lippen of achter in de mond);
  • stemgeving (met of zonder trilling van de stembanden).
Op het gebied van de uitspraak van fonemen is er heel wat (geografische) variatie in het Nederlandse taalgebied. Zo zijn er een aantal opvallende verschillen tussen Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands, zoals de uitspraak van de w (labiodentaal vs. bilabiaal), het wel of niet diftongeren van de klinkers e, o en ø, en de mate van verstemlozing van de fricatieven v, z, ɣ aan het woordbegin. Beide variëteiten hebben echter dezelfde foneeminventaris. De vele verschillen zijn namelijk allemaal allofonisch van aard.
Zie Van de Velde et al. (2010), Verhoeven en Van Bael (2002)
De classificatie van klinkers en medeklinkers op basis van distinctieve kenmerken die in deze paragraaf besproken wordt, geldt dus zowel voor het Nederlands Nederlands als het Belgisch-Nederlands. De relaties tussen de verschillende distinctieve kenmerken kunnen worden beschreven in termen van een geometrie van distinctieve kenmerken:
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2020
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html;
    Interessante links