Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
6.3.1.1 Onbegrensde gradeerbare adjectieven
Onbegrensde gradeerbare adjectieven, zoals duur, oud en goed, roepen een schaal op die uit drie delen bestaat. In Figuur 1 staat zo'n schaal voor goed. Hoger op de schaal is het adjectief goed van toepassing. Lager op de schaal is het antoniem van goed van toepassing: slecht. En dan is er een grijs gebied daartussen, waar geen van beide antoniemen van toepassing is.
Figuur 1.
De schaal die opgeroepen wordt door deze adjectieven is onbegrensd aan beide kanten: iets kan altijd slechter of beter zijn; er is niet een maximale of minimale waarde aan de mate van goed of slecht zijn.
Onbegrensde gradeerbare adjectieven kunnen gecombineerd worden met bepalingen van graad, zoals heel, erg, zeer, ontzettend, vreselijk, redelijk, vrij, nogal en behoorlijk:
1aWe wonen nu in een heel mooi appartement.
CHN
bDe geschiedenisquiz bleek erg moeilijk.
CHN
cWim had een zeer goede band met zijn vader.
CHN
dDe problemen zijn ontzettend groot.
CHN
eIk zat een vreselijk slechte film te kijken.
CHN
2aOp de redelijk hoge golven hebben ze mooi kunnen surfen.
CHN
bIk was vrij jong al bekend als zangeres.
CHN
cIk heb een nogal zware periode achter de rug.
CHN
dHet water is nog behoorlijk koud, ongeveer 4 graden.
CHN
Omdat ze onbegrensd zijn, zijn ze over het algemeen niet compatibel met kwantificerende bepalingen. Dit zijn bepalingen die aangeven of de door het adjectief aangeduide eigenschap ten volle geldt, zoals helemaal, volledig en volkomen, bij benadering, zoals vrijwel, bijna en grotendeels,
Dit worden ook wel approximatieve bijwoorden genoemd.
en tot op zekere hoogte, zoals half.
Kennedy & McNally (2005) gebruiken de term ‘proportionele modificeerders’ voor approximatieve bijwoorden en half.
Als een onbegrensd adjectief ontkend wordt, betekent dat niet per se dat het antoniem van toepassing is. Het ‘neutrale gebied’ van de schaal kan immers ook van toepassing zijn, zoals in:
3aHet gerecht is niet goedkoop maar ook niet duur.
CHN
bE. is 45 geworden. Dat is niet jong, maar ook niet oud.
CHN
cMijn niveau is niet goed, maar ook niet slecht.
CHN
dHij wist zijn studie binnen zes jaar af te ronden. Dat is niet snel, maar ook niet langzaam.
CHN
eHet gezin is niet arm, maar ook niet rijk.
CHN
fDe inrichting is niet ouderwets, maar ook niet modern.
CHN
Verder lezen
Helemaal leuk?
In bijzondere gevallen zijn combinaties van onbegrensde adjectieven en kwantificerende bepalingen wel mogelijk.
Zie Tribushinina & Janssen (2011) en Hoeksema (2011).
Zo wordt helemaal in (4) gebruikt om aan te geven dat de eigenschap nieuw op de héle gevel van toepassing is.
Zie ook Kennedy & McNally (2005) en Tribushinina & Janssen (2011).
4Die gevel was weer helemaal nieuw.
CGN
In (5) en (6) wordt helemaal als bepaling gebruikt bij het onbegrensde adjectief leuk. De klemtoon verschilt in deze voorbeelden:
5 O, dan krijg ik een cadeautje van je! Da's helemáál leuk.
CGN
6Dus die vond 't ook al helemaal leuk.
CGN
In (5) ligt de klemtoon op de laatste lettergreep van helemaal. Daarmee wordt aangegeven dat er al een of meer leuke dingen genoemd zijn, maar dat dit het leukste ding is.
Hoeksema (2011) noemt dit ‘superlatief helemaal’, zoals ook in Schaken is een populair spel, helemáál in Rusland.
In (6) wordt helemaal gebruikt op een manier die relatief nieuw is, namelijk niet als kwantificerende bepaling, maar als bepaling van graad.
Tribushinina & Janssen (2011) observeren in hun studie op basis van het Corpus Gesproken Nederlands  dat vooral jonge mensen helemaal in deze nieuwe betekenis gebruiken, dat het meer door vrouwen dan door mannen gebruikt wordt, en dat het gebruik vooralsnog beperkt blijft tot het Nederlands-Nederlands.
In dit gebruik geeft helemaal aan dat de eigenschap in grote mate aanwezig is, net als bijvoorbeeld erg, zeer, ontzettend, vreselijk en heel.
Heel heeft zich al eerder op deze manier ontwikkeld.
Een grote eter, een luie stoel: uitsluitend attributief
Onbegrensde kwalificerende adjectieven die een grote maat aanduiden, zoals groot, flink, enorm, kolossaal, dik, zwaar, gigantisch en reusachtig, kunnen ook op de volgende manier gebruikt worden:
7aEen grote oen, dat ben ik edelachtbare. Een stomkop van het zuiverste water.
CHN
bHij noemde Robbie Williams een 'dikke idioot en een clown' tijdens een interview.
CHN
cSoane was een enorme verzamelaar en moest alles kwijt op een heel beperkte oppervlakte.
CHN
dHij was een zware roker, zelf ook een groot liefhebber van de verrassingstoetjes die hij altijd voor zijn twee zonen maakte.
CHN
De cursief gedrukte adjectieven in (7) geven aan dat de eigenschap waarnaar wordt verwezen door het substantief, in hoge mate aanwezig is. Zo wordt door het substantief oen in (7a) een eigenschap als domheid uitgedrukt; een grote oen betekent dan dat iemand in sterke mate dom is.
Zie Morzycki (2009), die dit 'graadadjectieven' noemt.
De graadaanduidende interpretatie van deze adjectieven is alleen mogelijk (a) in attributieve (prenominale) positie en (b) met adjectieven die ‘grootheid’ (maar niet ‘kleinheid’) aanduiden.
Zie Morzycki (2009: 177-181).
De adjectieven in de volgende voorbeeldzinnen krijgen dus geen graadaanduidende interpretatie, maar drukken een fysieke eigenschap van de referent van het onderwerp uit:
8aDie roker is zwaar.
bHij is een kleine oen.
Ook adjectieven die metonymisch gebruikt worden, kunnen meestal alleen attributief gebruikt worden, zoals benauwd weer (‘weer waarvan men het benauwd krijgt’), gezonde kost (‘voeding die gezond is voor iemand’), een luie stoel (‘stoel waarin men kan luieren’), een bang voorgevoel (‘voorgevoel dat iemand bang maakt’), zie ook:
In het geval van een metonymisch gebruikt adjectief noemt het adjectief een eigenschap of toestand die niet rechtstreeks betrekking heeft op de referent van de nominale constituent, maar die iets meedeelt over een levend wezen dat met die referent in verband gebracht kan worden; dit wordt ook wel hypallage  genoemd.
9aMaar helaas is het eindresultaat een pijnlijke vergissing.
CHN
bHiervan lijdt 40 procent aan epilepsie of vallende ziekte.
CHN
cIk heb een saai, zittend leven gehad.
CHN
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taaladvies
    Dagenta
    Taalportaal
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2024 Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html;
    Interessante links