20.10.4 De bepaling van frequentie
Verder lezen
1
De bepaling van frequentie duidt aan hoe dikwijls de door het gezegde
uitgedrukte werking plaatsvindt. Deze aanduiding kan precies zijn (bijv.
drie keer) of globaal (bijv. vaak).
Zie
ook
[30.3.2.4].
2
Om deze bepaling uit te drukken worden de volgende taalelementen gebruikt.
-
Bijwoordelijke constituenten, bijv.:ééns (eens, 'ns) soms herhaaldelijk meermalen dikwijls vaak geregeld gewoonlijk meestal nu en dan vrij geregeld hoe vaak dikwijls genoegVoorbeelden:1Hoe vaak heb ik je daar niet voor gewaarschuwd?2Zulke dingen gebeuren tegenwoordig herhaaldelijk.
-
Naamwoordelijke constituenten met maal of keer als kernwoord;Voorbeelden:3Hij was al twee maal bedrogen.4Ik heb hem wel vijf keer opgebeld.5Een enkele keer een borreltje, dat is niet zo erg.
-
Voorzetselconstituenten bestaande uit 'tot + bepaald hoofdtelwoord + maal/keer + toe', bijv.:6Tot drie maal toe hoorden we een zware explosie.OpmerkingVerdiepingOpmerkingAls een bepaald hoofdtelwoord onder de twintig of een van de tientallen tot en met honderd voorafgaat aan maal, wordt de combinatie 'telwoord + maal'soms als één woord geschreven, bijv. tweemaal, veertigmaal. Deze combinaties zijn te beschouwen als bijwoorden.
-
Bijzinnen van frequentie;Deze worden ingeleid door de voegwoorden als of wanneer , die voorafgegaan kunnen worden door telkens , zo dikwijls of zo vaak (vergelijk ook(10.3.3.3, sectie 4c)). Voorbeelden:7(Telkens) wanneer hij een vlinder ziet, pakt Prikkebeen zijn vangnetje.8(Zo dikwijls) als ik de bewaker iets vroeg, haalde hij zijn schouders op.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |