Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
24.2.1 Manieren van verbinding
Verder lezen
1
Een eerste manier van verbinding is die zonder verbindingswoorden. Men spreekt hier ook van asyndeton.
Bij een nevenschikking zonder verbindingswoorden worden de (meestal meer dan twee) leden in gesproken taal van elkaar gescheiden door een kleine pauze, in geschreven taal door een komma. Voorbeelden:
1Vlees, snoepgoed, gebak, romannetjes, gummizwabbers, alles kon je er kopen.
2Hij kwam, hij zag, hij overwon.
Dergelijke combinaties worden alleen dan als nevenschikking beschouwd als er een nevenschikkend voegwoord of reeksvormer (zie hieronder bij 4) ingelast kan worden. Dit is bijvoorbeeld niet het geval tussen kernwoord en bijstelling in een naamwoordelijke constituent (bijv. Jan, onze bakker (heeft zijn zaak verkocht)), waar sprake is van onderschikking ('Jan, die onze bakker is, (...)').
2
De verbinding kan verder gebeuren door middel van één voegwoord. Nevenschikkende voegwoorden zijn bijv.
en noch of en maar
We spreken alleen van voegwoorden als het aantal verbindingswoorden kleiner is dan het aantal leden van de nevenschikking. Eén voegwoord kan gebruikt worden in tweeledige nevenschikkingen (zie 3) en in meerledige (zie 4); in het laatste geval wordt het voegwoord voor het laatste lid geplaatst. Voorbeelden:
3De kinderen noch de ouderen konden Sidonia tot bedaren brengen.
4Mijn broer, mijn beide zusters en mijn vriend feliciteerden me.
3
Verbinding door middel van meer voegwoorden komt voor in meerledige nevenschikkingen; de voegwoorden worden voor alle leden behalve het eerste geplaatst. Voorbeelden:
5Mijn broer en mijn beide zusters en mijn vriend feliciteerden me.
6Je gebruikt een voegwoord of een reeksvormer of geen van beide.
4
Een vierde mogelijkheid is verbinding door middel van reeksvormers. Is het aantal nevengeschikte leden gelijk aan het aantal verbindingswoorden, dan noemen we de verbindingswoorden samen een reeksvormer. Sommige reeksvormers zijn herhalingen van nevenschikkende voegwoorden:
en-en noch-noch of-of en ofwel-ofwelansterm>
Voorbeelden:
7Noch de kinderen noch de ouderen konden Sidonia tot bedaren brengen.
8Je gebruikt óf een voegwoord óf een reeksvormer óf geen van beide.
Andere reeksvormers zijn:
hetzij-hetzij hetzij-of zowel-als
Voorbeelden:
9Hetzij je eet, hetzij je drinkt, hetzij je werkt, hetzij je sport beoefent, doe alles met mate.
10In deze paragraaf worden zowel voegwoorden als reeksvormers behandeld.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links