24.2.1 Manieren van verbinding
Verder lezen
1
Een eerste manier van verbinding is die zonder verbindingswoorden. Men
spreekt hier ook van asyndeton.
Bij een nevenschikking zonder verbindingswoorden worden de (meestal meer
dan twee) leden in gesproken taal van elkaar gescheiden door een kleine
pauze, in geschreven taal door een komma. Voorbeelden:
1Vlees, snoepgoed, gebak, romannetjes,
gummizwabbers, alles kon je er kopen.
2Hij kwam, hij zag, hij
overwon.
Dergelijke combinaties worden alleen dan als nevenschikking beschouwd als
er een nevenschikkend voegwoord of reeksvormer (zie hieronder bij
4) ingelast kan worden. Dit is bijvoorbeeld niet
het geval tussen kernwoord en bijstelling in een naamwoordelijke
constituent (bijv. Jan, onze bakker (heeft zijn zaak verkocht)), waar sprake is van onderschikking ('Jan, die onze
bakker is, (...)').
2
De verbinding kan verder gebeuren door middel van één voegwoord.
Nevenschikkende voegwoorden zijn bijv.
en
noch of en
maar
We spreken alleen van voegwoorden als het aantal verbindingswoorden kleiner is dan het aantal
leden van de nevenschikking. Eén voegwoord kan gebruikt worden in tweeledige nevenschikkingen
(zie 3) en in meerledige (zie 4); in het laatste geval wordt het voegwoord voor het laatste lid
geplaatst. Voorbeelden:
3De kinderen noch
de ouderen konden Sidonia tot bedaren brengen.
4Mijn broer, mijn beide zusters
en mijn vriend feliciteerden me.
3
Verbinding door middel van meer voegwoorden komt voor in meerledige
nevenschikkingen; de voegwoorden worden voor alle leden behalve het eerste
geplaatst. Voorbeelden:
5Mijn broer en
mijn beide zusters en mijn vriend feliciteerden
me.
6Je
gebruikt een voegwoord of een reeksvormer
of geen van beide.
4
Een vierde mogelijkheid is verbinding door middel van reeksvormers. Is het
aantal nevengeschikte leden gelijk aan het aantal verbindingswoorden, dan
noemen we de verbindingswoorden samen een
reeksvormer. Sommige reeksvormers
zijn herhalingen van nevenschikkende voegwoorden:
en-en
noch-noch
of-of
en
ofwel-ofwelansterm>
Voorbeelden:
7Noch de
kinderen noch de ouderen konden Sidonia tot bedaren
brengen.
8Je
gebruikt óf een voegwoord óf een
reeksvormer óf geen van beide.
Andere reeksvormers zijn:
hetzij-hetzij
hetzij-of
zowel-als
Voorbeelden:
9Hetzij je eet,
hetzij je drinkt, hetzij je
werkt, hetzij je sport beoefent, doe alles met
mate.
10In deze
paragraaf worden zowel voegwoorden
als reeksvormers behandeld.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |