10.3.3.1 Inleiding
Verder lezen
De voegwoorden van tijd leiden meestal bijwoordelijke bijzinnen (temporele
zinnen) in. Een enkele maal staan ze aan het begin van een bijvoeglijke
bijzin, namelijk als deze een substantief bepaalt dat tijdsaanduidende
betekenis heeft, bijv.:
1Dat is nog uit de tijd
voordat jij geboren was.
2De dag nadat
hij begraven was, kwam de brief aan.
De voegwoorden van tijd worden hier verder ingedeeld op grond van de
tijdsverhouding tussen wat in de rompzin en wat in de bijzin wordt
uitgedrukt. Voor het gebruik van de werkwoordstijden
zie
[2.4.8].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |