10.3 Onderschikkende voegwoorden
Verder lezen
- [10.3.1] Inleiding
- [10.3.2] Grammatisch verbindende voegwoorden: dat, of
- [10.3.3] Voegwoorden van tijd
- [10.3.4] Voegwoorden van causaliteit: omdat, doordat, aangezien, daar, vermits (dewijl, doordien, naardien, nademaal, overmits, wijl); door, met; dat
- [10.3.5] Voegwoord van gevolg: zodat
- [10.3.6] Voegwoorden van graadaanduidend gevolg: dat, dan dat, om
- [10.3.7] Voegwoorden van doel: dat, opdat; om, teneinde
- [10.3.8] Voorwaardelijke voegwoorden: als, wanneer, indien, ingeval, zo; mits, tenzij, tenware
- [10.3.9] Voegwoorden van toegeving (concessieve voegwoorden)
- [10.3.10] Voegwoorden van omstandigheid: zonder (dat); in plaats van (dat), in plaats dat
- [10.3.11] Beperkende voegwoorden: behalve (dat), uitgezonderd; in zover(re), (voor) zover; dat
- [10.3.12] Uitbreidende voegwoorden: behalve (dat); laat staan (dat)
- [10.3.13] Voegwoorden van verhouding: naargelang, naarmate; hoe (...hoe), hoe (...des te)
- [10.3.14] Voegwoorden van vergelijking
- [10.3.15] Voegwoord van modaliteit: naar
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |