17.1.2.2.1 Op de eerste zinsplaats
Voornaamwoordelijke bijwoorden kunnen op de eerste zinsplaats staan, voor de eerste pool. Ze staan daar ofwel alleen, zoals in de
a-zinnen hieronder; de adpositie staat dan in het middenstuk, vlak voor de
tweede pool. Of ze vullen samen de eerste zinsplaats, zoals in de b-zinnen.
Het is niet gemakkelijk om te zeggen wat de keuze voor de ene of de andere
volgorde precies bepaalt. De voorbeelden hierboven zijn gekozen omdat ze qua
woordkeuze op elkaar lijken en toch een andere woordvolgorde laten zien. Maar ze
zijn niet zonder meer uitwisselbaar. Dat is het duidelijkst in (1). Ernaast op de
eerste zinsplaats in (1b) is contrastief: de zin ervoor gaat in op één
(uitgestrekte) locatie, namelijk om het terras heen; ernaast
beschrijft vervolgens een andere locatie ten opzichte van dat terras. In (1a)
ontbreekt zo'n contrast in locaties: er verwijst terug naar de Bataviawerf
waaraan een eigenschap wordt toegeschreven waar de ruimtelijke relatie een
onderdeel van uitmaakt.
Hoewel veel combinaties van adposities en voornaamwoordelijke bijwoorden in beide
volgordes voorkomen, zoals in (1)-(5), laten sommige maar één mogelijkheid toe.
Combinaties die een verband tussen twee zinnen leggen, bijvoorbeeld, staan ofwel
als één geheel op de eerste zinsplaats, zoals het temporele hierna en het
causale daarom, of samen, bij elkaar, in het middenstuk. Onbepaalde
voornaamwoordelijke bijwoorden (overal, ergens en
nergens) kunnen juist niet samen met hun
adpositie op de eerste zinsplaats staan. In het geval van richtingsbepalingen
met bijvoorbeeld naartoe, langs of
vandaan zien we het voornaamwoordelijk
bijwoord vrijwel niet samen met de adpositie op de eerste zinsplaats. We
bespreken deze gevallen hieronder in meer detail.
Verder lezen
Samen op de eerste zinsplaats: hierna,
waarom
en daarnaast
Combinaties van een voornaamwoordelijk bijwoord en een adpositie die een verband
leggen tussen twee zinnen, vormen een ondoordringbaar geheel. Ze staan als één
geheel ofwel op de eerste zinsplaats, of in het middenstuk.
Dat roept de vraag op of we zo'n geheel nog wel als 'constituent' moeten
zien: moeten we daarna en waarom
in dit soort voorbeelden niet gewoon zien als bijwoorden? We behandelen
ze hier toch als adpositieconstituenten, met deze 'onscheidbare'
gevallen als uiteinde van een schaal van meer of minder scheidbare
combinaties.
Overigens worden temporele combinaties met voor en
na heel soms wel gescheiden door
een bepaling als kort of vlak. In
die gevallen kunnen we de combinatie sowieso niet als woord zien:
i{Het boek} bevat
zijn herinneringen aan zijn jaar in Vietnam, alsmede de
periodes er
kort
voor en
na.
iiBij een aantal
slangen en hagedissen blijven de eieren zo lang in het lichaam
van de moeder dat ze direct na het leggen of
er
vlak
voor uitkomen.
iiiBarnes had als
vaste handelaar Paul Guillaume die de Amerikaan naar het
impressionisme en wat daar
vlak
na kwam leidde.
ivDaar
vlak
na begon ik gigantisch veel te eten zonder
dat het hongergevoel weg ging.
Internet, geraadpleegd 17
november 2020
Allereerst zijn er de combinaties met voor en na die een
temporeel verband leggen tussen twee zinnen, zoals in (6)-(7). Ervoor en
daarna
kunnen alleen als geheel op de eerste zinsplaats staan (zie 6a en 6b); ze zijn
niet te scheiden, zoals in (6b) en (7b). Hetzelfde zien we voor daarop in
(8).
Deze combinaties zijn alleen onscheidbaar als ze een temporele betekenis hebben.
In het niet-temporele voorbeeld (2a) hierboven, daar kan ik
beter niet op vooruitlopen,
staat op
wel in het middenstuk en daar op de eerste zinsplaats.
Naast de temporele gevallen zijn ook combinaties die een causaal verband leggen
onscheidbaar, zoals daarom, hierdoor en het
vragende waarom:
Hetzelfde geldt voor het rangschikkende daarnaast:
Zonder adpositie op de eerste zinsplaats: ergens,
nergens en overal
De onbepaalde voornaamwoordelijke bijwoorden, ergens, nergens en
overal, lijken niet zo vaak voor te komen op
de eerste zinsplaats. Als ze daar wel staan, dan staan ze daar alleen, zoals in
de a-zinnen hieronder, met de adpositie in het middenstuk.
In (13) en (14) beschrijven het onbepaald
voornaamwoordelijk bijwoord en de adpositie een richting: ergens
vandaan en overal
uit. Ergens en overal
beschrijven de startlocatie (of bron) voor de moed
en snot. Zoals we hieronder zullen
zien, kunnen richtingsbepalingen met een voornaamwoordelijk bijwoord
sowieso niet gemakkelijk als geheel op de eerste zinsplaats staan. Toch
zijn vergelijkbare gevallen met de andere voornaamwoordelijke bijwoorden
(er, daar,
hier en waar)
wel te vinden, waarin ze samen met de adpositie op de eerste zinsplaats
staan, zoals in (21b) en (21c). De onbepaalde voornaamwoordelijke
bijwoorden zijn met andere woorden op een algemenere manier beperkt: ze
kunnen echt niet samen met hun adpositie op de eerste zinsplaats
voorkomen.
Zonder adpositie op de eerste zinsplaats:
richtingsbepalingen
De richtingsbepalingen in de voorbeelden hieronder zijn ook allemaal 'gesplitst'.
Het voornaamwoordelijk bijwoord staat op de eerste zinsplaats en de directionele
adpositie staat in het middenstuk: naartoe, heen, doorheen,
vandaan en uit.
Toch zijn deze combinaties niet volledig uitgesloten van de eerste zinsplaats,
zoals de voorbeelden in (21) laten zien. Wat opvalt, is dat de zinnen in (21)
veel meer informatie bevatten na de eerste zinsplaats dan die in (16)-(20). Het
zou daarom kunnen dat het links-rechtsprincipe hier een rol speelt.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 17,../../data/archief/ans2/e-ans/17/body.html; |