Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
3.5.2.2 Verandering van de slotmedeklinker
Verder lezen
Bij een vrij groot aantal woorden verandert de stemloos gesproken slotmedeklinker in de overeenkomstige stemhebbende, die in het Nederlands niet aan het eind van een woord of lettergreep kan voorkomen vanwege de regel van de zogenaamde finale verscherping(zie 1.1.3, sectie 2).
De betrokken medeklinkers zijn de klanken die in de onderstaande woorden door de gecursiveerde letters worden weergegeven:
STEMLOOS STEMHEBBEND
fier v ier
sier zier
p al bal
tal d al
lachen vlaggen
(Bij de k, die in oorspronkelijk Nederlandse woorden geen stemhebbende pendant heeft (afgezien van assimilatieverschijnselen), kan het hier bedoelde verschijnsel zich niet voordoen.)
Bij de ch blijft de stemloze klank in het meervoud behouden als de enkelvoudsvorm met ch gespeld wordt. Dit is alleen het geval bij enkele leenwoorden (patriarch - patriarchen, Tsjech - Tsjechen); de weinige oorspronkelijke Nederlandse woorden op -ch (bijv.
lach, gejuich, kuch
) komen niet of nauwelijks in het meervoud voor. In alle overige gevallen wordt de slotmedeklinker stemhebbend; zowel de stemloze medeklinker van het enkelvoud als de stemhebbende van het meervoud worden met een g gespeld, bijv.
rug - ruggen, vraag - vragen, wieg - wiegen
.
Bij de p en de t komen zowel meervoudsvormen met stemloze als met stemhebbende medeklinkers frequent voor. Evenals bij ch/g is de meervoudsvorming af te leiden uit de spelling van het enkelvoud: eindigt het woord in de spelling op -p of -t, dan blijft de stemloze medeklinker behouden, eindigt het in de spelling op -b of -d, dan wordt de medeklinker in het meervoud stemhebbend. Vergelijk:
klep - kleppen maar: web - webben
knop - knoppen maar: rob - robben
lap - lappen maar: kwab - kwabben
kat - katten maar: pad - padden ('dier')
krant - kranten maar: mand - manden
staart - staarten maar: paard - paarden.
Bij woorden op -f en -s is het niet mogelijk de meervoudsvorm af te leiden uit de spelling van het enkelvoudige woord, omdat op het einde van een woord of lettergreep geen v of z gespeld wordt.
Voor de woorden op -f kan als regel gegeven worden dat de slotmedeklinker stemhebbend wordt na een lange klinker, een tweeklank en de medeklinkers l en r, terwijl de stemloze slotmedeklinker behouden blijft na een korte klinker, en de medeklinker m. Voorbeelden:
schaaf - schaven, neef - neven, brief - brieven, kloof - kloven, gleuf - gleuven, proef - proeven, bedrijf - bedrijven, kluif - kluiven, golf - golven, korf - korven, straf - straffen, bef - beffen, rif - riffen, ('klip'), stof - stoffen, juf - juffen, nimf - nimfen, triomf - triomfen
. De stemloze medeklinker blijft echter behouden in:
  • leenwoorden op -graaf, bijv.:
    fotograaf - fotografen, paragraaf - paragrafen, telegraaf - telegrafen , maar niet bij:
    burggraaf - burggraven, loopgraaf - loopgraven,
    ;
  • leenwoorden op -soof, bijv.:
    filosoof - filosofen, theosoof - theosofen
    ;
  • enkele andere woorden, bijv.:
    elf ('geest') - elfen, paraaf - parafen
    .
Voor de woorden op -s kan als regel gegeven worden dat de slotmedeklinker stemhebbend wordt na een lange klinker, een tweeklank en de medeklinkers l, m, n en r, terwijl de stemloze slotmedeklinker behouden blijft na een korte klinker of een andere stemloze medeklinker. Voorbeelden:
baas - bazen, mees - mezen, kies - kiezen, doos - dozen, neus - neuzen, kroes - kroezen, prijs - prijzen, sluis - sluizen, hals - halzen, pels - pelzen, gems - gemzen, lens - lenzen, laars - laarzen, bas - bassen, mes - messen, vis - vissen, vos - vossen, lus - lussen, plaats - plaatsen, reeks - reeksen
. Er zijn echter vrij veel woorden die volgens deze regel een meervoud met -z- zouden moeten krijgen, maar toch (ook) een meervoud met -s- hebben. De voornaamste zijn:
balans - balansen, concours - concoursen, dans - dansen, diocees - diocesen, eis - eisen, forens - forensen of forenzen, impuls - impulsen, kaars - kaarsen, kans - kansen, kers - kersen, kikvors - kikvorsen, koers - koersen, kous - kousen, krans - kransen, lans - lansen, mars - marsen, mens - mensen, ons - onsen of onzen, paus - pausen, plons - plonsen of plonzen, pols - polsen, prins - prinsen, Pruis - Pruisen, saus - sausen/sauzen, schans - schansen, spons - sponzen/sponsen, stimulans - stimulansen, tendens - tendensen, trans - transen, wals - walsen, wens - wensen, zeis - zeisen
. (Voor de woorden kruis en Pers/pers zie [3.5.5.2].)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links