2.2.4 Wederkerende (reflexieve) en niet-wederkerende (niet-reflexieve)
werkwoorden
Verder lezen
 1
  
   wederkerende
   werkwoorden (of reflexieve werkwoorden) zijn zelfstandige
   werkwoorden die met zich of een ander wederkerend
   voornaamwoord gecombineerd worden;
   niet-wederkerende
   werkwoorden (of niet-reflexieve werkwoorden) zijn
   werkwoorden waarvoor dat niet geldt.
   De wederkerende werkwoorden kunnen verdeeld worden in verplicht of
   noodzakelijk wederkerende werkwoorden en toevallig wederkerende werkwoorden.
   De verplicht wederkerende
   werkwoorden kunnen meestal niet met de op
   -zelf eindigende vormen van het wederkerend voornaamwoord
   gecombineerd worden, en het wederkerend voornaamwoord kan niet door een
   lijdend voorwerp worden vervangen; bij de
   toevallig wederkerende
   werkwoorden bestaan die mogelijkheden wel. Het werkwoord
   zich vergissen in
 1 is verplicht wederkerend;
   zich wassen in
 2 is toevallig wederkerend:
   
   Voor het gebruik van de neutrale vormen en de zelf-vormen van
   het wederkerend voornaamwoord
   zie
   [5.3.4].
  
 2
  
   Tot de verplicht wederkerende werkwoorden behoren allereerst de werkwoorden
   die altijd met zich of een ander wederkerend voornaamwoord
   (maar niet met de zelf-vormen) gecombineerd voorkomen. Dit
   zijn (in de opsomming is naar volledigheid gestreefd):
 
    zich aankanten,
    zich aanmatigen,
    zich aanwennen,
    zich abonneren,
    zich afmoorden,
    zich afslaven,
    zich afsloven,
    zich afsuffen,
    zich bedrinken,
    zich behelpen,
    zich beijveren,
    zich bekreunen,
    zich bekrimpen,
    zich bemoeien,
    zich benaarstigen,
    zich beraden,
    zich beroemen,
    zich bevlijtigen,
    zich bezondigen,
    zich bezuipen,
    zich bezweten,
    zich blootgeven,
    zich distantiëren,
    zich doodwerken,
    zich encanailleren,
    zich erbarmen,
    zich gedragen,
    zich generen,
    zich getroosten,
    zich gewaardigen,
    zich inbeelden,
    zich indenken,
    zich inleven,
    zich mesalliëren,
    zich misdragen,
    zich misgáán,
    zich miskíjken,
    zich miskópen,
    zich mislézen,
    zich mislópen,
    zich mispákken,
    zich misrékenen,
    zich mistéllen,
    zich onderwinden,
    zich ontfermen,
    zich ontgeven,
    zich onthechten,
    zich ontpoppen,
    zich ontspinnen,
    zich overeten,
    zich overijlen,
    zich overwérken,
    zich schamen,
    zich schuilhouden,
    zich schurken,
    zich uitsloven,
    zich vastklampen,
    zich vastwerken,
    zich vergalopperen,
    zich vergissen,
    zich vergrijpen,
    zich verhouden,
    zich verhovaardigen,
    zich verkneukelen,
    zich verkneuteren,
    zich verkniezen,
    zich verknijpen,
    zich verledigen,
    zich verloven,
    zich vermeien,
    zich vermeten,
    zich verreiken,
    zich verschuilen,
    zich verslikken,
    zich verspreken,
    zich verstouten,
    zich vertakken,
    zich vertasten,
    zich verwaardigen,
    zich voornemen,
   zich wegscheren
   
   Verder kunnen als verplicht wederkerend beschouwd worden: de werkwoorden
   die met zich enz. een duidelijk andere betekenis hebben dan
   zonder wederkerend voornaamwoord. Vergelijk bijv.:
   
     zich aanstellen'
     komediespelen' - aanstellen
    'benoemen';
     zich aantrekken 'niet van
     zich af kunnen zetten' - aantrekken'
    aandoen';
     zich begeven'ergens heen
    gaan' - begeven 'verlaten';
     zich ophouden'ergens zijn'
     - ophouden 'beletten verder te gaan;
    uitscheiden';
     zich voordoen'optreden,
     gebeuren' - voordoen 'als voorbeeld
   doen'
Deze werkwoorden hebben vaak meer betekenissen dan de hier genoemde. De bedoeling is alleen te
     laten zien dat er geen duidelijk verband is tussen de gegeven betekenissen met en zonder
     wederkerend voornaamwoord. Voorbeelden:
   Soms heeft het verplicht wederkerend werkwoord een vast voorzetsel en het
   niet-wederkerend werkwoord niet. Vergelijk bijv.:
  
     zich afmaken van'weinig
     zorg besteden aan' - afmaken'
    voltooien';
     zich storen aan'geven om' -
     storen'hinderen, lastig
   vallen'
   Voorbeelden:
   Sommige niet-wederkerende werkwoorden worden wederkerend gebruikt in vaste
     verbindingen, zoals zich te goed
     doen, zich dood/een rotje
     lachen, zich uit de voeten
     maken, zich uit de naad
     werken, zich geen raad
   weten en andere.
  
 3
  In sommige gevallen is het moeilijk de grens te trekken tussen een verplicht en een toevallig
     wederkerend werkwoord. Zo wordt zich herinneren wel
     als verplicht wederkerend beschouwd, hoewel de betekenis ervan duidelijk verwant is met die van
       (iemand) herinneren (aan iets):
   Nog sterker is dit het geval met zich
   verheugen en verheugen, vergelijk:
   In ieder geval is zichzelf enz. zowel bij zich
   herinneren als bij zich verheugen uitgesloten:
   Anders is het gesteld met werkwoorden als zich
    bezeren (aan iets), zich
    prikken (aan iets) of zich
   verwonden (aan iets). Worden deze werkwoorden
   gebruikt met een door aan ingeleide bepaling die de oorzaak
   aanduidt, dan kan in plaats van het wederkerend voornaamwoord geen lijdend
   voorwerp optreden, bijv.:
   Op grond hiervan zijn de genoemde werkwoorden als verplicht wederkerend te
   beschouwen, al is vervanging van zich door
   zichzelf niet onmogelijk:
   
15Peter verwondde
   zichzelf aan een glasscherf.
16De verpleegster prikte
   zichzelf aan een injectienaald.
Worden deze werkwoorden zonder de bedoelde bepaling met aan
   gebruikt, dan is wel een lijdend voorwerp mogelijk in plaats van
   zich en is zich vervangbaar door
   zichzelf, bijv.:
   In dit geval kunnen deze werkwoorden dus toevallig wederkerend genoemd
   worden.
  
 4
  
   Tot de toevallig wederkerende werkwoorden behoren alle werkwoorden die
   gecombineerd kunnen worden met een lijdend voorwerp dat dezelfde persoon of
   zaak aanduidt als het onderwerp (zoals hieronder in de (a)
   -zinnen), maar ook met een lijdend voorwerp dat dit niet doet (zoals in de
   (b) -zinnen):
   Bij de toevallig wederkerende werkwoorden kan zichzelf enz. gebruikt
    worden. Als het in de zinnen 19a en 20a gebruikt zou worden, zouden deze zinnen een tegenstelling met
    respectievelijk 19b en 20b uitdrukken. Toevallig wederkerend zijn bijv. ook zich
       vermaken en zich amuseren:
     er is betekenisovereenkomst met vermaken,
     respectievelijk amuseren, en
      zichzelf enz. is mogelijk. Vergelijk:
   Sommige werkwoorden, zoals
     wassen,
     scheren,
     kleden,
     bezeren,
   verwonden (zie voor de laatste
   twee onder 3), komen geregeld toevallig wederkerend voor,
   andere slechts bij uitzondering. Bij zulke werkwoorden is soms een met
   -zelf versterkt wederkerend voornaamwoord verplicht:
    (Zin 23a is niet uitgesloten als zich
      aanstellen'komediespelen' of iets dergelijks betekent.) In de volgende gevallen
   echter kan het voornaamwoord twee vormen hebben (vergelijk met 22):
   De werkwoorden zien en horen hebben hier een
   afgeleide betekenis: 'zich niet, respectievelijk nog wel kunnen voorstellen,
   voor de geest kunnen halen'.
  
 
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen | 
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | 
 
				 
						
					