Met het beklemtoonde achtervoegsel, of suffix, -ist kun je persoonsnamen maken die een beroep of functie aanduiden, dan wel een aanhanger van een bepaalde beweging of overtuiging. Met name in het laatste geval corresponderen hiermee abstracta op -isme. Het basiswoord is meestal een substantief, waarin vormveranderingen kunnen optreden. In een aantal gevallen is het onduidelijk wat het basiswoord is. Veel van deze woorden zijn of worden uit andere talen overgenomen, maar ook wordt -ist wel aan inheemse woorden aangehecht. Voorbeelden van beide betekenisgroepen zijn respectievelijk:

Bij de eerste groep sluit de nieuwvorming toetsenist aan, waarmee iemand aangeduid wordt die toetsinstrumenten bespeelt. Naast organist komt ook orgelist voor. Een afwijkende spelling en uitspraak heeft het aan het Frans ontleende woord artiest (met ie). Een vorming op basis van het werkwoord componeren, met vervanging van het suffix -eer, is componist.