12.3.4.2.1 Samenkoppelingen met mis
Met het woord mis kunnen samenkoppelingen gevormd worden met als betekenis 'fout, verkeerd of niet doen wat het werkwoord uitdrukt'. Het procedé is productief. Voorbeelden zijn:
1misgrijpen, mislopen, misstappen, mistasten
zoals geïllustreerd in de volgende zinnen:
2Havelte is veel geld misgelopen.
3Hoe konden zij toch zo mistasten!
Met dezelfde betekenis als de samenkoppelingen komen ook prefixwerkwoorden met mis- voor zoals:
4misbrúíken, misdóén, mishándelen, misleíden, misstáán, misvórmen, (zich) misdrágen
met als betekenis van het prefix 'verkeerd, niet goed', en de prefixwerkwoorden:
5misgunnen, miskennen, mislukken
met de betekenis 'niet gunnen/erkennen/lukken'.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |