Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
1.2.1.3 Lettergreepverdeling
Een fonotactisch welgevormd woord bestaat uit een of meer welgevormde lettergrepen. Daarom zijn voor de bepaling van welgevormdheid principes voor lettergreepverdeling (ook wel syllabificatie genoemd) van cruciaal belang. Een eerste principe is het Maximale-aanzetprincipe:
Maximale-aanzetprincipe Van een reeks van een of meer medeklinkers tussen twee klinkers worden zoveel mogelijk medeklinkers tot de aanzet gerekend, en in ieder geval één.
Dat in ieder geval één medeklinker met de volgende klinker tot dezelfde lettergreep gerekend wordt, is een universele regel van natuurlijke talen, de CV-regel. Het Maximale-aanzetprincipe leidt bijvoorbeeld tot de volgende lettergreepverdelingen (de punt geeft een syllabegrens aan):
1a.der, an.der, am.ber, a.bri.koos, ar.ti.sjok
Maar er is een ander principe dat voorrang krijgt, de eis dat ongespannen klinkers in een gesloten lettergreep moeten staan, een principe dat we hier herhalen:
Beperking op open lettergrepen In een Nederlands rijm moet een ongespannen klinker gevolgd worden door een medeklinker.
In de volgende woorden met een ongespannen klinker in de eerste lettergreep is de lettergreepverdeling daarom als volgt:
2as.ter, as.pect, vis.cose, ac.né, Daf.ne, Ag.nes
Hoewel bijvoorbeeld st een welgevormde aanzet is, worden in aster deze twee medeklinkers toch over verschillende lettergrepen verdeeld om ervoor te zorgen dat de ɑ van aster in een gesloten lettergreep staat.
Een woord als paprika kan evenwel worden uitgesproken met een ɑ in de eerste lettergreep, en toch met de lettergreepverdeling pa.pri.ka, met een complexe aanzet pr-.
De volgende klankreeksen zijn dus geen mogelijke woorden van het Nederlands omdat ze op geen enkele manier uitputtend in welgevormde lettergrepen kunnen worden verdeeld: amktonuitgesloten (vergelijk plank.ton), meklponuitgesloten (vergelijk vel.pon).
Hoe werkt het Maximale-aanzetprincipe in woorden waarin na een ongespannen klinker slechts één medeklinker voorkomt, zoals in het woord bakker? In dit geval dienen we de k te beschouwen als behorend tot beide lettergrepen. We zeggen dan dat de k hier ambisyllabisch is, en dus met twee syllaben verbonden is (N= Nucleus, C = Coda):
Figuur 1. Structuur van bakker
Deze ambisyllabiciteit wordt ook in de spelling weergegeven, want we schrijven twee identieke letters, kk, hoewel er slechts één k wordt gerealiseerd. Dat de intervocalische medeklinker niet uitsluitend tot de eerste lettergreep behoort, merken we ook hieraan dat stemhebbende obstruenten in deze positie niet hun stem verliezen: in een woord als adder bijvoorbeeld is de d ambisyllabisch. Daarom wordt deze niet als t gerealiseerd, ondanks de regel van Finale Verscherping dat obstruenten stemloos zijn aan het eind van een lettergreep.
Zie De Schutter & Collier (1986), Gillis & De Schutter (1996) en Schiller et al. (1997) over de manier waarop taalgebruikers een consonant na een ongespannen klinker toewijzen aan de syllabestructuur.
Ambisyllabiciteit is ook een belangrijk begrip om de distributie van de velaire nasaal ŋ te verantwoorden. Deze medeklinker kan niet aan het begin van een lettergreep staan: een woord als ngap ŋɑp is onmogelijk. Intervocalisch komen echter wel velaire nasalen voor. Hier is deze klank wel toegestaan, omdat de velaire nasaal hier ambisyllabisch is, en dus wordt toegestaan omdat deze consonant ook in codapositie staat. Merk op dat de velaire nasaal altijd wordt voorafgegaan door een ongespannen klinker, zodat ambisyllabiciteit wordt afgedwongen door de voorafgaande klinker, zoals in zanger:
Figuur 2. Structuur van zanger
Woorden als *zaanger komen inderdaad niet voor in het Nederlands.
Daarnaast is het zo dat de velaire nasaal eigenlijk niet gevolgd kan worden door volle klinkers. We hebben wel een woord als hangar maar dat wordt niet uitgesproken als hɑŋɑr, maar als hɑŋɣar. Een woord als *tɑŋo is ook onmogelijk, terwijl we wel tɑŋɣo en tɑŋɡo hebben als mogelijke fonologische vormen van het woord tango. Een uitzondering is het woord koningin konɪŋɪn, waarin de velaire nasaal aan het eind van het basiswoord koning wordt gevolgd door de volle klinker van het suffix -in. Sommige sprekers van het Nederlands lossen dit fonotactische probleem op door dit woord uit te spreken als konɪŋɣɪn of konəɣɪn. Ook vinden we bij het woord Peking het afgeleide woord Pekinees, zonder velaire nasaal.
De eis dat ongespannen klinkers niet in een open lettergreep mogen staan verklaart ook waarom ongespannen klinkers niet voor een volgende lettergreep zonder aanzet kunnen staan. In het woord hiaat hiat bijvoorbeeld, waarin de klinkers i en a aan elkaar grenzen is sprake van een klinkerhiaat: twee klinkers botsen op elkaar omdat er, althans op fonologisch niveau, geen medeklinker tussen zit. Dit woord wordt uitgesproken als hi.jat, en er wordt dus een glijklank ingevoegd om die klinkerbotsing te voorkomen. Een klankreeks als hɪ.at is daarentegen onwelgevormd, want de ongespannen klinker ɪ staat hier in een open syllabe.
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juli 2020
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html;
    Interessante links