17.2.2 Bijwoordelijke constituenten
Er zijn drie typen bijwoordelijke constituenten die als bepaling in een adpositieconstituent
kunnen optreden: maatbepalingen, zoals hoog in (1a), richtingbepalingen, zoals recht in (1b), en bepalingen
met een andere functie, zoals vermoedelijk in (1c).
De eerste twee typen komen alleen als voorbepaling voor; die van het laatste type hebben een
vrijere rol. Maatbepalingen, zoals ver, hoog, dicht en vlak, specificeren een afstand in plaats, tijd, of
andere kwantificeerbare begrippen, net zoals nominale constituenten dat
kunnen doen. Richtingbepalingen, zoals recht, schuin, links, rechts en dwars, specificeren een richting ten opzichte van
het referentieobject (datgene waar het complement van de adpositie naar verwijst). Vrijere
bepalingen, zoals ongeveer, vermoedelijk en vooral, kunnen niet alleen voor de kern staan, maar
ook na de kern (door vermoedelijk een
steen) of na het complement (door een steen
vermoedelijk).
Verder lezen
In onderstaande subparagrafen gaan we dieper in op de verschillende soorten
bijwoordelijke constituenten als bepaling:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 17,../../data/archief/ans2/e-ans/17/body.html; |