25.12.2.2.2 Aard van de leden; plaatsing van de elementen van de
reeksvormers
Verder lezen
a
Als evenmin of zomin vóór het eerste lid staan,
mogen de leden niet ontkend zijn door een ander negatie-element dan
evenmin -als of zomin-als. Vergelijk:
Staan evenmin of zomin tussen beide leden in, dan
geldt hetzelfde als de leden zonder pauze met elkaar verbonden worden;
vooral bij evenmin gaat dit echter soms moeilijk. Wordt vóór
de reeksvormer een pauze ingelast (in geschreven taal weergegeven door een
komma), dan moet het eerste lid ontkend zijn. Vergelijk:
Evenals de nevenschikkingen met het voegwoord
noch
waarvan de leden (behalve het laatste) niet door een negatie-element voorafgegaan
worden, vormen de nevenschikkingen met
evenmin -als
en
zomin-als
tussen beide leden in geplaatst, een hechte semantische en syntactische eenheid. Bij
ontkenning van het eerste lid (zoals hierboven in 2d), wordt de band tussen de leden losser gemaakt, wat onder meer blijkt uit de pauze
en de mogelijkheid tot splitsing (vergelijk(25.3.2.1.2)).
b
Wat de doorbreking van constituenten betreft, hebben evenmin
-als en
zomin-als
in principe dezelfde algemene mogelijkheden als de andere reeksvormers (zie(24.2.3, kenmerk
4)), maar niet de mogelijkheid tot doorbreking van een voorzetselconstituent, zoals
zowel-als
(zie de voorbeelden 3b, 4b en 5d en vergelijk(25.11.2.2.2, sectie b)). Bij doorbreking van het eerste lid van een
nevenschikking met gemeenschappelijke kernen en eventuele voorbepalingen worden
evenmin
en
zomin
vóór
als
of achter de gemeenschappelijke delen geplaatst, die in het tweede lid worden
weggelaten. Plaatsing achter de gemeenschappelijke delen is echter soms nauwelijks aanvaardbaar
(zie de voorbeelden 5a, 5b en 5c).
Vergelijk:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |