1.6.4.2 Woorden met klemtoondragende suffixen
Er zijn twee typen woorden met klemtoondragende suffixen. In de eerste plaats
zijn er woorden met een uitheems suffix, zoals het woord
absurditéít, dat afgeleid is
van het woord absúrd door middel van
het uitheemse suffix -iteit. We zien dat de
klemtoon hier verschuift naar de laatste syllabe van het afgeleide woord. De
locatie van de klemtoon op de laatste syllabe volgt direct uit de Hoofdregel voor
woordklemtoon die als volgt luidt:
1Hoofdregel voor woordklemtoon
In meerlettergrepige
woorden valt de hoofdklemtoon op de voorlaatste syllabe (tenzij deze
een sjwa bevat), maar:
- op de laatste
syllabe als die superzwaar is, of een tweeklank
bevat;
- op de
voor-voorlaatste syllabe als de laatste zwaar is, en de voorlaatste
licht.
Deze regel voorspelt correct de locatie van de klemtoon voor woorden met een
uitheems suffix. Zo is de laatste syllabe
teit van
absurditeit superzwaar, en
daarom valt de hoofdklemtoon op die laatste syllabe. Hier volgen voorbeelden van
woorden met een uitheems suffix dat eindigt op een superzware syllabe die de
klemtoon draagt. Niet alle woorden met deze suffixen zijn afgeleid van een
bestaand woord van het Nederlands, maar dit maakt geen verschil voor de
klemtoon:
Tabel 1. Uitheemse gelede woorden met finale klemtoon
suffix | woord met finale klemtoon |
-aal | synod-aal, schand-aal |
-aan | parochi-aan, simult-aan |
-aat | doctor-aat, accur-aat |
-air | diamant-air, element-air |
-ant | amus-ant, predik-ant |
-eel | fundament-eel, tafer-eel |
-een | Chil-een, Roem-een |
-eer | constat-eer, parfum-eer |
-ees | Chin-ees, Taiwan-ees |
-ein | republik-ein, Rom-ein |
-ement | abonn-ement, rend-ement |
-ent | doc-ent, reg-ent |
-esk | ballad-esk, pittor-esk |
-et | du-et, kwart-et |
-eur | ambassad-eur, direct-eur |
-eus | fam-eus, rancun-eus |
-iaan | Kant-iaan, presbyter-iaan |
-ibel | convert-ibel, pen-ibel |
-ief | agress-ief, initiat-ief |
-iek | symbol-iek, sympath-iek |
-iel | lab-iel, prof-iel |
-ier | juwel-ier, kruiden-ier |
-iet | jakob-iet, metropol-iet |
-ieus | mod-ieus, relig-ieus |
-ijn | Jakob-ijn, libert-ijn |
-ioen | kamp-ioen, vis-ioen |
-iseer | banal-iseer, standaard-iseer |
-ist | calvin-ist, propagand-ist |
-oir | emancipat-oir, requisit-oir |
-oot | idi-oot, psych-oot |
-uur | dress-uur, kandidat-uur |
Als de laatste syllabe van een uitheems suffix niet superzwaar is, dan valt de
klemtoon, overeenkomstig de Regel voor hoofdklemtoon, op de voorlaatste syllabe.
De meeste van die niet superzware woord-finale syllaben zijn niet beklemtoonbaar
omdat ze een sjwa als klinker hebben. Dat zien we bij de volgende typen
woorden:
Tabel 2. Uitheemse gelede woorden met prefinale klemtoon
suffix | geleed woord |
-abel | accept-abel, professor-abel |
-ade | bout-ade, kanonn-ade |
-aire | circul-aire, document-aire |
-ande | guirl-ande, reprim-ande |
-aris | bibliothec-aris, referend-aris |
-asme | org-asme, pleon-asme |
-ase | ext-ase, parafr-ase |
-atie | cre-atie, organis-atie |
-esse | maitr-esse, secretar-esse |
-ie | agress-ie, conclus-ie |
-iènne | comed-iènne, Paris-iènne |
-ière | bonbonn-ière, cabaret-ière |
-ine | albast-ine, blond-ine |
-isme | absurd-isme, marx-isme |
-itis | bronch-itis, hepat-itis |
-ose | psych-ose, tromb-ose |
Er zijn vier suffixen die niet uitheems zijn, en combineren met inheemse
basiswoorden, maar toch ook, anders dan de meeste inheemse suffixen, zelf de
hoofdklemtoon dragen:
Tabel 3. Woorden met beklemtoonde inheemse suffixen
suffix | geleed woord |
-erij | schiet-eríj |
-es | voogd-és |
-in | held-ín |
-ij | voogd-íj |
Cyclische klemtoontoekenning?
Verdieping
Cyclische klemtoontoekenning?
Kan de bepaling van het klemtoonpatroon van afgeleide woorden met
klemtoondragende suffixen cyclisch verlopen?
Dit is de aanname in het standaardwerk voor de klassieke
generatieve fonologie, Chomsky & Halle (1968).
In zo’n analyse wordt het klemtoonpatroon van een woord als
doctoraat met de
morfologische structuur
[[doctor]###N###
aat]###N### als volgt
berekend, door de regel voor Hoofdklemtoon cyclisch toe te passen:
cyclus 1: basiswoord | doctor |
toepassing regel voor hoofdklemtoon | dóctor |
cyclus 2: toevoeging suffix -aat | dóctor-aat |
toepassing regel voor hoofdklemtoon | dóctor-áát |
verlaging klemtoon van cyclus 1 | dòctor-áát |
De veronderstelling is dat als op een nieuwe cyclus hoofdklemtoon wordt
toegekend, de al aanwezige klemtonen met één graad worden verlaagd. De
klemtoon op de lettergreep
doc wordt daardoor
secundair. Dit levert het juiste klemtoonpatroon
dòctoráát op. Dit
patroon kan echter ook worden verkregen zonder cyclische toepassing van
regels: hoofdklemtoon op de laatste, superzware syllabe, en secundaire
klemtoon overeenkomstig de ritmische regel van Klemtoonafwisseling en
het Hangmat-principe. De tweede optie doet een betere
voorspelling voor woorden als
piraterij. Bij cyclische
klemtoontoekenning wordt eerst aan de laatste syllabe van
piraat klemtoon van
de 1e graad toegekend, en op de tweede cyclus wordt deze klemtoon
verlaagd: piràteríj. Maar
het klemtoonpatroon
pìrateríj is het meest
gebruikelijke patroon, en dat wordt voorspeld door niet-cyclische
toepassing van de regel voor Hoofdklemtoon, in combinatie met het
Hangmat-principe dat een secundaire klemtoon op de eerste syllabe voorspelt.
Zie Kager (1989: 290) en Booij (1995: 105-109) voor een
bespreking van deze kwestie.
Suffixen met een uitzonderlijk klemtoonpatroon
Verdieping
Suffixen met een uitzonderlijk klemtoonpatroon
Het aan het Franse woorden ontleende suffix -erie, dat niet eindigt op een superzware syllabe, draagt
toch klemtoon op de laatste syllabe, zoals in het Frans. Dit is
overgenomen in het Nederlands, zoals blijkt uit woorden als
parfumeríé en
pikanteríé. Ook het
suffix -ie in woorden als
psychologíé en
democratíé draagt
klemtoon.
Woorden met de Latijnse suffixen -icus en
-ica zoals
fanáticus en
eróica hebben
klemtoon op de voor-voorlaatste syllabe, net zoals woorden als
Amerika.
Het suffix -isch is ook bijzonder: ook al
bevat het een superzware syllabe, toch valt de klemtoon er niet op het
suffix, maar op de syllabe ervoor, zoals in
algebráïsch en
afgódisch. Dit is
een bijzonder suffix, niet van Romaanse, maar van Germaanse oorsprong.
Zie Heynderickx & van Marle (1994).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | september 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |