12.4.2.2.2.1 Het achtervoegsel -ing
Het achtervoegsel, of suffix, -ing wordt gevoegd
achter werkwoorden. De klemtoon van het basiswoord wordt daarbij bewaard. Het
procedé is productief voor de vorming van substantieven die een handeling of
gebeurtenis (nomina actionis) aanduiden. De betekenis van
de afleidingen op -ing is vergelijkbaar met (maar
niet geheel gelijk aan) die van gesubstantiveerde infinitieven. Voorbeelden die een
handeling aanduiden zijn:
1benoeming, kaping,
misvatting, ontmoeting, opruiming, verkoping, vernauwing, vorming,
wandeling, werking.
In woorden als verschijning en
verwording wordt geen
handeling, maar een gebeurtenis aangeduid. Bij deze substantieven heeft het
basiswerkwoord namelijk geen Agens als argument, en is er
dus geen sprake van een handeling.
Vrij veel afleidingen met -ing kunnen ook als
concreet substantief gebruikt worden. Zo kan het in
studies van woordvorming veel voorkomende woord
afleiding niet alleen een
abstracte betekenis hebben ('het afleiden' als procedé), maar ook een concrete
('een bepaald woord' als resultaat van een woordvormingsprocedé). Concreet
kunnen bijv. ook zijn de woorden
leiding (bijvoorbeeld voor gas),
sluiting (van een jas), en
vereniging. Andere volgens
dit procedé gevormde afleidingen zijn uitsluitend concreet, bijv.
leuning,
rekening,
voering, en
woning.
Verder lezen
Andere betekenissen
Naast de betekenis van ‘handeling’ of ‘gebeurtenis’ kunnen een aantal andere
betekenissen met een substantief op -ing verbonden
worden. Ze zijn metonymisch verbonden met de betekenis
‘handeling/gebeurtenis’, zoals de volgende voorbeelden illustreren:
Zie Devos (1990) en Moerdijk (1990) voor de semantiek van deze
substantieven.
2instrument: koppeling,
sluiting
resultaat: tekening,
vertaling
collectief
agens: leiding, regering
plaats: woning,
monding
materiaal: kleding,
stoffering
Een individueel substantief op -ing kan dus polyseem
zijn, en bijvoorbeeld zowel de handeling als het resultaat van de handeling
benoemen, zoals het geval is bij het woord
vertaling.
Bij metonymie wordt een woord gebruikt voor iets dat te maken heeft met het door
dat woord aangeduide. Bij een handeling kan bijvoorbeeld een instrument gebruikt
worden, zoals bij koppelen en
sluiten, en de woorden
koppeling en
sluiting kunnen dan ook
gebruikt worden om het instrument van de handeling aan te duiden. Bij de
handeling van regeren, regering, is
er een handelende instantie betrokken die de handeling uitvoert, en daarom kan
het woord regering gebruikt worden
voor die instantie.
Metonymie als bron van polysemie is niet uniek voor substantieven op -ing. We vinden deze polysemie ook bij nominalisaties
op -erij zoals
brouwerij en
smederij, die de plaats van
de handeling van het brouwen respectievelijk smeden aanduiden.
Een voorbeeld van gebruik van het woord
brouwerij met
handelingsbetekenis is De installatie van het
hopkruid die in de
brouwerij van
bier wordt
gebruikt.
Concurrentie met andere vormen van nominalisatie
Bij de nominalisatie van werkwoorden kan er concurrentie zijn tussen afleiding
met het productieve suffix -ing en andere,
onproductieve vormen van nominalisatie. De vorming van het substantief op -ing kan doordoor geblokkeerd worden, zoals in de
volgende voorbeelden:
Tabel 1. Blokkering van -ing-nominalisatie
werkwoord | nominalisatie | nominalisatie op -ing |
geven | gave | *geving |
komen | komst | *koming |
strijden | strijd | *strijding |
Soms komen beide vormen van nominalisatie voor, maar dan met verschil in
betekenis:
Tabel 2. Betekenisdifferentiatie bij nominalisaties
werkwoord | nominalisatie | nominalisatie op -ing |
beleven | belevenis | beleving |
betogen | betoog | betoging |
roepen | roep | roeping |
spelen | spel | speling |
verbinden | verbintenis | verbinding |
Nominalisatie van ongelede werkwoorden vs. nominalisatie van samenkoppelingen
en samenstellende afleidingen
De vorming van nomina actionis met -ing kent ruimere
toepassingsmogelijkheden als het basiswoord een afleiding of een samenkoppeling
is dan wanneer het ongeleed is, zoals de voorbeelden in de tabel hieronder laten
zien:
Tabel 3. Suffigering met -ing
ongeleed werkwoord | afleiding op -ing | geleed werkwoord | afleiding op -ing |
drijven | *drijving | verdrijven | verdrijving |
groeten | *groeting | begroeten | begroeting |
kennen | *kenning | herkennen | herkenning |
samenkoppeling | |||
duren | *during | voortduren | voortduring |
nemen | *neming | deelnemen | deelneming |
schrijven | *schrijving | afschrijven | afschrijving |
volgen | *volging | navolgen | navolging |
Voorbeelden van samenstellende afleidingen met dit suffix zijn:
gebruikmaking,
handreiking en
beslaglegging. Hier wordt
het proces van suffigering met -ing gecombineerd
met het proces van samenstelling.
Met deze samenstellende afleidingen correspondeert soms, maar niet altijd een
samenkoppeling; in plaats daarvan zijn er soms wel corresponderende
werkwoordelijke uitdrukkingen:
In Vlaamse en andere zuidelijke dialecten komt doening
wel voor als woord voor 'boerenerf', zie de Database voor de
Zuidelijk-Nederlandse dialecten en daarnaast ook voor 'zaak'
en 'winkel'.
Tabel 4. Samenstellende afleidingen met -ing
substantief op -ing | samenkoppeling | samengesteld woord op -ing |
*barsting | losbarsten | losbarsting |
*doening | boetedoen | boetedoening |
*geving | kennisgeven | kennisgeving |
*koming | tegemoetkomen | tegemoetkoming |
*legging | vastleggen | vastlegging |
- | eerstesteenlegging | |
*making | kennismaken | kennismaking |
*schelding | kwijtschelden | kwijtschelding |
werkwoordelijke uitdrukking | ||
*neming | in gebruik nemen | ingebruikneming |
*treding | in dienst treden | indiensttreding |
zonder bestaande uitdrukking | ||
*legging | grondlegging | |
*zoeking | huiszoeking | |
*voering | penseelvoering |
Bij de werkwoorden gaan,
slaan en
staan komen in het geheel
geen afleidingen op -ing voor, met uitzondering van
het woord opstanding (bij
opstaan). Bij ongelede
werkwoorden kunnen wel altijd nomina actionis gevormd worden door middel van de
infinitiefvorm van het werkwoord.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |