6.2.1 Buigings-e
De meeste adjectieven die attributief gebruikt worden, hebben twee vormen: een
met en een zonder -e (de klinker sjwa), respectievelijk de verbogen vorm (bijv.
de rode cirkel,
een koude dag,
sterkere tegenstanders) en
de onverbogen vorm (bijv. een rood
hart, een koud
gerecht, een sterker
team). De onverbogen vorm komt doorgaans enkel
voor bij attributieve adjectieven die in een indefiniete nominale constituent
staan met een enkelvoudig het-woord
als kern.
Er zijn een aantal uitzonderingen op deze basisregel voor het gebruik van de buigings-e.
Sommige attributief gebruikte adjectieven krijgen nooit een
buigings-e omdat ze op een bepaalde klank
eindigen. Ook zijn er bepaalde combinaties van adjectief + substantief waarin de onverbogen vorm
mogelijk of zelfs gebruikelijk is, zoals in officiële titels
(een geheim agent) en
combinaties met beroepsnamen (een groot
artiest).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2024 | Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en). |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html; |