8.6.3.1 Inleidende opmerkingen
Verder lezen
1
Presentatief er treedt doorgaans op in zinnen met een
onbepaalde constituent als onderwerp, die meer naar achteren in de zin
staat. Het introduceert als het ware dat informatief belangrijke
onderwerp
[21.3.2.1/i3].Er kan dan, althans in mededelende zinnen,
de eerste zinsplaats bezetten, waardoor het vervoegde werkwoord (de
persoonsvorm) z'n vaste tweede plaats in de zin behoudt. Omdat in het
algemeen gesproken op de eerste zinsplaats vaak een onderwerp staat, noemt
men het op deze wijze gebruikte er wel
'plaatsonderwerp' (het
'eigenlijke' onderwerp heet dan '
getalsonderwerp'). Staat al een ander of helemaal geen element
op de eerste zinsplaats, dan komt er meteen na de eerste pool.
Vanuit die redenering spreekt men ook wel van
repletief (= 'opvullend')
er. Voorbeelden:
1Er zaten twee
hondjes in de kist.
2Er staat
iemand voor de deur.
3Er stond daar
ook een grote bak met formaline.
4Er is geen
maan vanavond.
5Op verzoek van de jubilaris werden
er geen toespraken gehouden.
6Staat er in
de koelkast misschien nog melk?
Ook in vraagwoordvragen komt presentatief er vaak voor. Omdat
het vraagwoord hier de eerste zinsplaats bezet, staat er
altijd na de persoonsvorm. Voorbeelden:
7Wat is er
gebeurd?
8Wie
was er gisteren jarig?
9Wie heeft er
nog iets leuks meegemaakt?
10Wanneer is er
kermis in Nijmegen?
Verder wordt presentatief er gebruikt in passieve zinnen
zonder onderwerp of met een bijzin als onderwerp (zie voor dat
laatste
[8.6.3.2/ii]). Voorbeelden zijn:
11Er werd
nauwelijks gelachen die avond.
12Mag er hier
gerookt worden?
13Er is gezegd
dat ze ziek is.
In bijzondere gevallen kan presentatief er vervangen worden
door
daar:
14Er/daar was
eens een klein jongetje... (begin van een sprookje)
15Daar was
laatst een meisje loos. (eerste regel van een liedje)
Presentatief er komt niet voor in beknopte bijzinnen en
infinitiefconstructies na zien, horen,
voelen en ruiken
[18.5.4.8]. Vergelijk:
2
Locatief er en presentatief er vertonen nogal wat
overeenkomst. In beide gevallen wordt er zelfstandig gebruikt
en de twee gebruikswijzen zijn in een zin niet altijd duidelijk van elkaar
te onderscheiden. Semantisch hebben ze gemeen dat ze een letterlijke of
figuurlijke ruimte introduceren waarin het in de zin uitgedrukte
plaatsvindt. Daarom wordt voor locatief en presentatief er
samen wel de overkoepelende term 'situerend
er' gebruikt (vergelijk
ook
[21.3.2.1/ii]).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |