17.1 Complementen binnen de adpositieconstituent
De meeste adpositieconstituenten bestaan uit een kern en een complement. Sterker nog, veel
adposities kunnen niet zonder complement. De zinnen in (1) zouden bijvoorbeeld niet
compleet zijn zonder de complementen van de adposities (de complementen zijn onderstreept
in de voorbeelden; de adpositie is schuingedrukt). Als we het complement het perron weglaten in (1a),
houden we geen goede zin over: Ik wachtte
enkele minuten op.
Voorzetselconstituenten, waarin de kern
voorafgaat aan het complement, laten de grootste verscheidenheid in complementen zien.
Alle voorzetsels kunnen een nominale constituent als complement hebben, zoals het perron in (1a). Sommige
voorzetsels kunnen ook een adpositieconstituent als complement hebben. In (1b), bijvoorbeeld, vinden we een
voorzetselconstituent (bij de
koffie) als complement bij het voorzetsel voor. Daarnaast kunnen ook
bijzinnen als complement van een voorzetsel fungeren, zoals wie het land leidt in (1c),
infinitieven of
infinitiefconstructies, zoals buiten wachten in (1d) en bijwoordelijke
constituenten, zoals vroeger in (1e).
Achterzetselconstituenten, omzetselconstituenten en
voorzetseluitdrukkingconstituenten komen voornamelijk voor met een
nominale constituent
als complement, zoals geïllustreerd in (2):
Een bijzonder type adpositieconstituent wordt geïllustreerd in (3), waarin het complement een
voornaamwoordelijk bijwoord is. Het gaat ofwel direct vooraf aan de
adpositie, zoals in (3a), of wordt door een of meer andere woorden ervan gescheiden, zoals
in (3b).
Voor de volledigheid noemen we hier nog partikelconstituenten:
adpositieconstituenten zonder complement. Zij kunnen wel zelf als complement in een
adpositieconstituent fungeren, zoals boven in (4) hieronder:
4Ze hoorde een knal, keek
naar
boven en zag de vlammen.
Bananenzinnen
Verdieping
Bananenzinnen
Voorzetselconstituenten vormen meestal een hechte eenheid: de kern en het complement
volgen direct op elkaar. Een uitzondering wordt gevormd door zogenaamde
bananenzinnen, die in informeel taalgebruik voorkomen,
(vooralsnog?) enkel in het Nederlands-Nederlands. Daarin staat het complement van het
voorzetsel op de eerste zinsplaats. De taalkundige Willem Klooster (1989) gaf hiervan
als voorbeeld Bananen ben ik dol op,
waarin het voorzetsel op aan het eind van de zin staat en het complement van dat
voorzetsel, namelijk bananen, op de eerste
zinsplaats. Sindsdien heten dit soort constructies bananenzinnen.
Hieronder nog een aantal andere voorbeelden:
Onderstaande voorbeelden zijn afkomstig uit Klooster (1989:40) tenzij anders
aangegeven
Je zou de bovenstaande zinnen eventueel kunnen parafraseren met een ‘herhalend-daar-constructie’
Zie Klooster 1989: 39.
, zoals bijvoorbeeld (ia) Dat werk, daar verlang ik niet
naar. Klooster (1989:40) suggereert dat bananenzinnen
inderdaad terug te voeren zijn op herhalend-daar-zinnen, waarbij
daar vervolgens is weggelaten, net
zoals daar ook kan worden weggelaten in
informele zinnen als (daar) heb je niks
aan. Bananenzinnen zijn niet met alle voorzetselconstituenten mogelijk. Ze zijn mogelijk
in het geval van postposities (bijvoorbeeld
mee,
toe,
heen,
vandaan,
naartoe,
omheen), en ook met woorden die zowel
pre- als postpositie kunnen zijn (bijvoorbeeld
in,
uit), maar uitgesloten met woorden die
nooit als postpositie kunnen verschijnen, zoals
met,
tot,
gedurende,
behalve,
ondanks,
sinds. Een bijzonder geval is
naar, dat niet als postpositie kan
fungeren in richtingsbepalingen (vergelijk iia), maar wel in voorzetselvoorwerpen
zoals in (iiia,b).
Verder lezen
In onderstaande subparagrafen gaan we in meer detail in op de mogelijke complementen
binnen de adpositieconstituent:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 17,../../data/archief/ans2/e-ans/17/body.html; |