Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.5.3.2 Werkwoord + adjectief
Naar de betekenis kunnen samenstellingen van het type werkwoord + adjectief in drie types onderscheiden worden:
  • adjectieven waarvan het eerste deel het gevolg aangeeft van de door het adjectief genoemde eigenschap, zoals druipnat
  • adjectieven met -gierig, -graag of -ziek als tweede deel die een neiging uitdrukken, zoals leergierig en koopziek
  • adjectieven met -vrij als tweede deel, zoals strijkvrij
Verder lezen
Adjectieven waarvan het eerste deel het gevolg aangeeft van een eigenschap
Voorbeelden van dit type zijn:
1druipnat, kakelbont, kraakhelder, piepjong, springlevend, stikheet
Soms is de oorspronkelijke betekenis van het werkwoord verbleekt of geheel afwezig, zodat het eerste deel van de samenstelling een louter versterkende waarde heeft. Voorbeelden van dergelijke, vooral in informele taal heel gebruikelijke, adjectieven zijn:
2knalgroen, knalrood, smoorverliefd, spotgoedkoop, spuugzat, stikdonker
In Nederland kan in informeel taalgebruik het werkwoordelijk linkerdeel met versterkende betekenis ook optreden in de vorm van een verkleinwoord, zoals in:
Norde & Morris (2018).
3druip-je-nat, kledder-tje-nat, knetter-tje-duur, kots-je-misselijk in NN, informeel Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige contexten in het Nederlands-Nederlands, vooral in het informele taalgebruik.
De toevoeging van het verkleinwoordsuffix maakt het woord informeel. Het kan de betekenis van het linkerdeel wat versterken of wat verzwakken, afhankelijk van de context.
Een eerste deel met versterkende betekenis kan worden herhaald om de versterkende betekenis nog meer te benadrukken, net zoals versterkende prefixen:
4spot- en spotgoedkoop, spuug- en spuugzat
Een aantal van zulke versterkende elementen kunnen in informele taal ook zelf als predicatief gebruikt adjectief voorkomen (vaak vergezeld van een graadaanduidende of kwantificerende bepaling), bijv. in:
5Jeetje, wat was ik nat, echt helemaal drijf/klets (drijfnat/kletsnat).
Hij was volkomen knetter (knettergek).
Je was toen nog zo piep (piepjong of piepklein).
Ze was smoor (smoorverliefd).
Bij de samenstellingen van dit type ligt de hoofdklemtoon op het eerste deel.
Adjectieven die een neiging uitdrukken
Het tweede type omvat adjectieven met -gierig, -graag of -ziek als tweede deel, waarvan de betekenis te omschrijven is als '(een sterke/ziekelijke) neiging vertonend tot wat het werkwoord uitdrukt'. Voorbeelden zijn:
6leergierig, roofgierig, twistgierig
koopgraag, praatgraag, snoepgraag, vechtgraag
babbelziek, bemoeiziek, plaagziek, spilziek, spotziek, twistziek
De samenstellingen met ziek hebben een sterke negatieve connotatie.
De hoofdklemtoon valt bij de woorden op gierig op het tweede deel, zoals bij alle gelede woorden eindigend op het suffx -ig (vergelijk godsdíenstig), bij de andere types op het eerste deel.
Adjectieven met vrij als tweede deel
Een derde soort samenstellingen van het type werkwoord + adjectief zijn samenstellingen met vrij als tweede deel, zoals:
In sommige van deze woorden kan het linkerdeel ook als substantief worden opgevat.
7strijkvrij, kreukvrij, krimpvrij, roestvrij, slipvrij
met de betekenis 'vrij van, bestand/beveiligd tegen'.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links