16.1 Algemene inleiding
Verder lezen
Een bijwoordelijke constituent is een constituent die als kern een bijwoord
heeft, welke kern al dan niet vergezeld kan zijn van andere elementen. De volgende zinnen
bevatten telkens een voorbeeld van een bijwoordelijke constituent (het gecursiveerde
gedeelte):
In zin 1a is het bijwoord
vaak bijwoordelijke bepaling. Diezelfde zinsdeelfunctie wordt
in 1b vervuld door de woorden
nogal en vaak samen. Deze woorden vormen één
geheel in de zin. Zowel vaak als het geheel nogal
vaak noemt men een constituent op zinsniveau. In
2a is het bijwoord te
voorbepaling bij het adjectief gek. In
2b is te uitgebreid
met al. Het geheel al te vormt nu eenzelfde
soort voorbepaling binnen de adjectivische constituent al te
gek. Te, maar ook al te, is met
andere woorden een constituent binnen een andere constituent.
Voorzover de voorbeelden van bijwoordelijke constituenten in de volgende
paragrafen in een groter verband gepresenteerd worden, zullen we datgene
wat geen deel uitmaakt van de bijwoordelijke constituent in kwestie in de
regel tussen haakjes weergeven.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |