Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
8.4 Voorzetselbijwoorden
De informatie in dit artikel is herzien en is nu te vinden in hoofdstuk 9: 9.6 Adposities zonder complement (partikels).
Verder lezen
Een aantal woorden, zoals af , buiten , door, heen, in , mee , op , toe , vandaan en voor noemt men op grond van hun functie bijwoorden dan wel voorzetselbijwoorden, met name als ze gebruikt worden als:
  1. 1Ik haal je vanavond wel af.
    2We gaan altijd samen uit.
    3Wanneer komen we in Lissabon aan?
    4Die redenering bleek niet op te gaan.
    Vandaan kent die mogelijkheid niet.
  2. naamwoordelijk deel van het gezegde(zie 20.1.3.3.5);
    Deze functie is niet duidelijk van de vorige af te grenzen omdat men het gebruik als naamwoordelijk deel in veel gevallen op een scheidbaar werkwoord kan terugvoeren. Het voorzetselbijwoord is dan te beschouwen als een restant van een deelwoord van een scheidbaar werkwoord. Voorbeelden:
    5Het nieuwe boek van de maand is uit. (is uit gekomen)
    6Ben jij al op? (op gestaan)
    7M'n horloge is voor. (is voor gelopen)
    8Het is uit tussen die twee. (is uit geraakt)
    In andere gevallen, met name bij het werkwoord zijn, ligt deze interpretatie minder voor de hand:
    9Zijn jullie achter of voor op het schema?
    10Met hem ben je beter af.
    11Wanneer is de school uit?
    12Discokleding is de laatste tijd erg in.
    13Ik ben op van de zenuwen.
  3. bijwoordelijke bepaling;
    Dit geldt alleen voor voorzetsels die een plaats aangeven. Voorbeelden:
    14De kajuiten bevinden zich voor.
    15Zijn de kinderen boven?
    16Het moet buiten erg warm zijn.
    Ze kunnen ook gebruikt worden als nadere bepaling bij een voorzetselconstituent, bijv.:
    17Bind het maar achter op de fiets.
    18Die map ligt helemaal onder in de la.
    19Mag ik voor in de auto zitten?
    Hieruit kunnen dan een reeks samengestelde voorzetselbijwoorden ontstaan. Vergelijk met de voorbeelden 17 t/m 19:
    20Bind het maar achterop.
    21Die map ligt onderin.
    22Mag ik voorin zitten?
    Andere op die manier geformeerde bijwoorden zijn: bovenaan , bovenop , buitenop , onderaan , achteraan , onderop , >binnenin . Deze kunnen soms op hun beurt als bepaling bij een voorzetselconstituent gebruikt worden: onderaan op de bladzij. Sommige van die gelede bijwoorden kunnen fungeren als eerste lid van een scheidbaar werkwoord. Zie voor een aantal van deze bijwoorden ook [9.3.2/Opmerking 5].
    Niet-samengestelde voorzetselbijwoorden als achter, beneden, voor, enz. kunnen bovendien gecombineerd worden met de voorzetsels van of naar. In zo'n voorzetselconstituent krijgen ze de uitgang -en toegevoegd, behalve als ze zelf al op -en eindigen (zie 25). Hierbij is ook te noemen (van) tevoren. Voorbeelden zijn:
    23Je moet eens van onderen kijken.
    24Gelieve naar achteren door te schuiven.
    25Hij kende de hele grammatica van buiten.
    26Ik waarschuw je van tevoren.
    Toch is ook mogelijk (zonder uitgang -en): (de) derde regel van onder; van onder naar boven.
  4. tweede deel van een voornaamwoordelijk bijwoord, bijv. erin, daarnaast [8.7].
    In de gebruiksgevallen [1] t/m [3] noemt men de bedoelde woorden ook wel intransitieve voorzetsels (in tegenstelling tot de transitieve voorzetsels, die gecombineerd worden met een of meer andere woorden (vergelijk [17.1/1]); af, heen, mee, toe en vandaan komen uitsluitend intransitief voor).
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links