Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
6.2.1.1 Buigings-e: de basisregel
Een attributief gebruikt adjectief kan twee (buigings)vormen aannemen: de onverbogen vorm, die gelijk is aan de stam (bijv. rood), en de verbogen vorm, die gevormd wordt door een buigings-e aan de stam toe te voegen (bijv. rode). Welke vorm er gebruikt wordt in een specifieke context hangt af van drie grammaticale factoren:
  • het genus van het substantief: de-woord (mannelijk en vrouwelijk) vs. het-woord (onzijdig)
  • het getal van het substantief: enkelvoud vs. meervoud
  • de definietheid van de determinator: definiet vs. indefiniet
De distributie van de buigingsmorfemen van attributieve adjectieven in het Nederlands wordt schematisch voorgesteld in Tabel 1; de asterisk (*) geeft aan dat die vorm niet mogelijk is:
Tabel 1. Distributie van de buigingsmorfemen van attributieve adjectieven in het Nederlands.
enkelvoud meervoud
definiet indefiniet definiet en indefiniet
de-woord
-e
de knappe/*knap meester
-e
een knappe/*knap meester
-e
(de) knappe/*knap meesters
het-woord
-e
het knappe/*knap kind
een *knappe/knap kind
-e
(de) knappe/*knap kinderen
De onverbogen vorm van het adjectief komt enkel voor in een indefiniete (i.e. ‘onbepaalde’; in Tabel 1 aangegeven door het indefiniete lidwoord een) nominale constituent met een het-woord (nl. het kind) in het enkelvoud. Behalve het onbepaald lidwoord kan een indefiniete nominale constituent met een het-woord als hoofd ook ingeleid worden door een 'nul'-lidwoord (bijv. oud ijzer, grof zand) of door een van de volgende woorden of woordcombinaties: geen, één, genoeg, veel, weinig, wat, een beetje, ieder, elk, enig, menig, zeker, zo’n, zulk een, wat een, wat voor een, welk (bijv. geen mooi boek, genoeg fijn zand, zulk oud huis). In alle andere contexten wordt in principe de verbogen vorm van het adjectief gebruikt.
In de volgende paragrafen bespreken we uitzonderingen op deze basisregel. Er zijn adjectieven die nooit een buigings-e krijgen omdat ze op een bepaalde klank of klankcombinatie eindigen (zie 6.2.1.2). En sommige combinaties van adjectief + substantief vertonen variatie: daarin is de onverbogen vorm mogelijk, of zelfs gebruikelijk (zie 6.2.1.3).
Attributief gebruikte nabepalingen: geen buigings-e
Verdieping
Attributief gebruikte nabepalingen: geen buigings-e
De basisregel is alleen van toepassing op attributief gebruikte adjectieven die vóór een zelfstandig naamwoord staan, en op zelfstandig gebruikte adjectieven. Adjectieven die attributief gebruikt worden ná een zelfstandig naamwoord, worden niet verbogen. Die volgorde komt in het hedendaagse Nederlands vrijwel niet meer voor, maar zie de archaïsche voorbeelden hieronder:
ihet zoete kerstlied ‘O kindeke klein, o kindeke teer’.
CHN
iiZo waarlijk helpe mij God almachtig.
CHN
iiiZo wordt Midian verslagen, zonder paard en zonder wagen, zonder leger sterk en groot, maar met God als bondgenoot.
CHN
Een uitzondering hierop vormt het adjectief aanstaand(e). Dat kan ook in het moderne Nederlands wel na het substantief geplaatst worden en krijgt dan een buigings-e, vergelijk aanstaande zondag en zondag aanstaande. De volgorde aanstaande zondag is overigens de meest gebruikelijke.
Hieronder besteden we aandacht aan de uitspraak van sommige medeklinkers voor een buigings-e, de verbogen vorm van combinaties van adjectieven, de buigings-e in krantenkoppen, en nog een uitzondering op de basisregel: attributief gebruikte superlatieven.
Verder lezen
Medeklinkerverandering bij een buigings-e
Bij sommige adjectieven wordt de stemloze eindmedeklinker van de stam stemhebbend als het adjectief verbogen wordt. Dat is bijvoorbeeld het geval in de volgende woordparen: lief – lieve, grijs – grijze, dwaas – dwaze, dood (uitgesproken met t) – dode, xenofoob (uitgesproken met p) – xenofobe. Dit heeft te maken met de regel van Finale Verscherping en treedt bijvoorbeeld ook op bij woordparen van substantieven in het enkelvoud vs. het meervoud (bijv. huis – huizen).
Deze medeklinkerverandering treedt niet bij alle adjectieven op. Zo behouden afleidingen van geografische namen op -s hun stemloze medeklinker, bijvoorbeeld in Libanees – Libanese, Parijs – Parijse, Warschaus – Warschause, Moskous – Moskouse, Engels – Engelse, Naams – Naamse, Fries – Friese.
Maar wel Libanezen, Parijzenaar, Friezen.
En ook in heel wat andere adjectieven op -s of -f blijft de stemloze medeklinker behouden, bijvoorbeeld in kras – krasse, fris – frisse, laf – laffe, suf – suffe.
Verbuiging van combinaties van adjectieven
Als twee of meer adjectieven voorbepaling bij hetzelfde kernwoord zijn, dan worden ze parallel verbogen volgens de regels weergegeven in Tabel 1, zoals geïllustreerd in de volgende voorbeelden:
1Daar hadden ze echter hun twijfels over de lange, magere verdediger.
CHN
2Het is een bleke, behoorlijke tafelwijn met een heel lichte grondsmaak.
Bij een aantal constructies, namelijk die als een eenheid opgevat kunnen worden, wordt echter alleen het laatste adjectief verbogen, bijvoorbeeld:
3Ze ging de rood met blauwe woonboot binnen.
CHN
4Veel schreeuwend rood, een randje zwart en witte andreaskruisen, daar komt het kortweg op neer.
CHN
Ook in een aantal adjectivische samenstellingen (met of zonder koppelteken) wordt alleen het tweede adjectief verbogen:
5Nederland kan dus minder vertrouwen op Amerika als tegenwicht tegen het Frans-Duitse duo, en op Engeland in die rol al helemaal niet.
CHN
6De financieel-economische situatie maakt dat er geen tijd te verliezen is.
CHN
Van een iets andere aard zijn constructies als het toegepast taalkundige onderzoek of de intern geneeskundige dienst. Terwijl in de voorbeelden (5) en (6) beide adjectieven die deel uitmaken van de samenstelling betrekking hebben op het kernwoord (‘het duo is Frans én Duits’, ‘de situatie betreffende de financiën én de economie’), heeft in deze constructies enkel het tweede adjectief betrekking op het kernwoord (namelijk ‘taalkundig onderzoek’, ‘de geneeskundige dienst’); het eerste adjectief modificeert het tweede en vormt er een min of meer vaste eenheid mee (bijv. toegepast taalkundige ‘de toegepaste taalkunde betreffende’; intern geneeskundige ‘de interne geneeskunde betreffende’).
Krantenkoppen
De volgende krantenkoppen lijken in strijd te zijn met de basisregel voor het gebruik van de verbogen vs. de onverbogen vorm zoals die in Tabel 1 worden weergegeven:
7Nieuwe stadhuis klaar.
8Amsterdamse politiekorps te zwaar belast.
De voorbeelden (7) en (8) bevatten nominale constituenten met een het-woord als kern en het voorafgaande adjectief wordt zelf niet voorafgegaan door een determinator (er is sprake van een 'nullidwoord'). In die context zou men dus een onverbogen adjectief verwachten. De adjectieven nieuwe en Amsterdamse zijn echter verbogen. Een verklaring hiervoor is dat het lidwoord in krantenkoppen vaak weggelaten wordt en dat men de zinnen kan beschouwen als verkortingen van (Het) nieuwe stadhuis (is) klaar en (Het) Amsterdamse politiekorps (is) te zwaar belast.
Overigens treft men in Vlaamse kranten dan weer wel de onverbogen vorm aan, zoals:
9Gents stadsbestuur ontslaat wijkagent.
Als we de krantenkop in (9) beschouwen als een verkorting van (Het) Gents stadsbestuur ontslaat (een) wijkagent, dan zou men op basis van de regels in Tabel 1 een verbogen adjectief verwachten. In het Belgisch-Nederlands wordt de onverbogen vorm echter frequenter gebruikt dan in het Nederlands-Nederlands,
Zie Tummers (2005).
zo ook in deze krantenkop.
Attributief gebruikte superlatieven: altijd een buigings-e
Superlatieven die attributief gebruikt worden, hebben altijd een buigings-e. De verbuiging in (10) en (11) volgt gewoon de basisregel:
10De werf van het duurste bouwproject ooit dat de stad zelf betaalt, werd vorig jaar stilgelegd.
CHN
11Hij zakte zelfs door de stevigste stoel van mevrouw Wang, voordat hij zeventig kilo kwijtraakte.
CHN
Maar ook in het (niet zo gebruikelijke) geval dat een superlatief voorafgaat aan een onbepaald het-woord in het enkelvoud, wordt het adjectief verbogen:
12Woensdagavond sloot de veiling met een hoogste bod van 801.000 dollar.
13Het is moeilijk om één mooiste moment te kiezen, het leven zit vol mooie momenten.
14Ik ben echt een oudste kind. Best braaf, heel perfectionistisch.
Adjectieven in de stellende of vergrotende trap krijgen in deze context geen buigings-e: een hoog/hoger bod, een mooi/mooier moment en een oud/ouder kind.
Een uitzondering vormen superlatieven met het versterkende voorvoegsel aller-: zij volgen de basisregel en krijgen geen buigings-e in combinaties als een alleraardigst boek, een allerhartelijkst welkom en een allervriendelijkst gezicht.
Literatuur
Tummers (2005); Broekhuis (2013)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taaladvies
    Dagenta
    Taalportaal
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2024 Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html;
    Interessante links