10.3.9.1 Voegwoorden met uitsluitend toegevende functie: al,
hoewel, alhoewel, ofschoon
(schoon), hoezeer
Verder lezen
1
Van de voegwoorden al,
hoewel,
alhoewel,
ofschoon (schoon) en
hoezeer behoren
alhoewel, ofschoon en hoezeer tot
formele taal; schoon is als verouderd te beschouwen. Ze
drukken een toegeving uit, die vaak weinig verschilt van een tegenstelling.
Het woord al, dat voorafgegaan
kan worden door ook, wordt gevolgd door een zin met
voor-pv en inversie, terwijl de rompzin na een al-zin geen
inversie heeft. Het gedraagt zich dus syntactisch eerder als een bijwoord,
maar wordt vooral op semantische gronden tot de voegwoorden gerekend.
Voorbeelden:
1Ik geloof wel dat er iets
bijzonders gebeurd is, (ook) al klinken de details
van zijn verhaal nogal onwaarschijnlijk.
2(Ook) al
klinken de details van zijn verhaal nogal onwaarschijnlijk, ik geloof wel
dat er iets bijzonders gebeurd is.
3Hoewel het
eten koud geworden was, at ze het met smaak op.
4Alhoewel
dit aspect nauw met het vorige verbonden is, verdient het een
afzonderlijke behandeling.formeel
5Ofschoon
hij autodidact was, stond hij bekend als een van de grootste
specialisten op dit gebied.formeel
6Hoezeer
ik medelijden met u heb, kan ik u toch niet
helpen.formeel
De bovengenoemde voegwoorden kunnen, zoals in deze voorbeelden, een
volledige bijwoordelijke bijzin inleiden, maar met uitzondering van
al komen ze in formeel taalgebruik ook met beknopte bijzinnen
of met onvolledige zinnen voor. Voorbeelden:
7Het eten,
hoewel koud geworden, at ze met smaak
op.formeel
8Alhoewel
nauw met het vorige verbonden, verdient dit aspect een
afzonderlijke behandeling.formeel
9Ofschoon
autodidact, stond hij bekend als een van de grootste
specialisten op dit gebied.formeel
Een enkele maal kan een voegwoord van toegeving op dezelfde manier twee
taalelementen verbinden als het nevenschikkende maar of
doch, bijv.:
10Dat is een mooi
hoewel duur cadeau.
11Het was maar een kort
hoewel hevig gevecht.
2
Evenals bijwoordelijke bijzinnen van voorwaarde zijn toegevende bijzinnen
in het algemeen te vervangen door vooropgeplaatste zinnen zonder voegwoord
met voor-pv en inversie; bij een dergelijke vervanging staan in de rompzin
dikwijls bijwoorden die een tegenstelling uitdrukken, bijv.
toch,
niettemin,
wel (deze kunnen ook na een
voegwoordzin gebruikt worden). Als deze bijwoorden niet aan het begin van
de rompzin staan, heeft die geen
inversie
[21.8.2.2/[2]]. Deze zinnen behoren tot formele taal. Voorbeelden:
12Was het eten
al koud geworden, ze at het toch met smaak op.formeel
13Is dit aspect
nauw met het vorige verbonden, het verdient niettemin een afzonderlijke
behandeling.formeel
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Als voegwoordelijke uitdrukking met toegevende functie komen bijv. voor:
toegegeven dat,
daargelaten dat; ook de
voorzetsels ondanks en
niettegenstaande als
inleiding van een dat-zin kunnen deze functie vervullen.
Zie voor het voegwoord als in het type Zo dik als ze
was, ze had toch als eerste de benen genomen (= 'Hoewel ze erg dik
was, (...)')
[10.3.14.4].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |