10.2 Nevenschikkende voegwoorden
Verder lezen
In het algemeen verbinden nevenschikkende voegwoorden syntactisch
gelijksoortige taalelementen. (Voor een uitzondering zie [24.3.1.1].) Dit
kunnen in principe drie verschillende soorten taalelementen zijn: zinnen, constituenten en
woorddelen [10.1/1] (zie voor
bijzonderheden [24]). Als nevenschikkende voegwoorden en
voegwoordelijke uitdrukkingen komen voor:
-
en , noch, alsmede , alsook (aaneenschakelend);
-
maar , doch , of , ofwel , dan wel, dan (tegenstellend);
-
want (causaliteit aanduidend);
-
dus (gevolgaanduidend).
Enkele voorbeelden zijn:
1Het regent en het
is koud.
2Ze
hadden tijd noch lust.
3Willen jullie koffie
of thee?
4Dit jaar gaan we naar Toscane
ofwel naar Apulië.
5Ik blijf binnen,
want het regent.
6Het regent, dus
ik blijf binnen.
Behalve door voegwoorden kunnen leden van een nevenschikking verbonden
worden door zogenaamde reeksvormers. We spreken van
reeksvormers als alle
leden van een nevenschikking door het betrokken taalelement voorafgegaan
worden. Zo is en een voegwoord in
7a, terwijl én...én
een reeksvormer is in 7b:
Als reeksvormers treden op:
- en...en, noch...noch, zowel... als, evenmin/zomin... als (aaneenschakelend);
- of...of, ofwel...ofwel, hetzij... hetzij, hetzij...of (tegenstellend).
Voorbeelden zijn behalve 7b:
8Ik heb zowel
Hans als Geert uitgenodigd.
9De vergadering zal
hetzij in Antwerpen hetzij in
Den Haag plaatsvinden.
Voor de behandeling van de hier genoemde voegwoorden en reeksvormers wordt
verwezen naar de hoofdstukken over de
nevenschikking
[24]
[25]
[26].
Opmerking
Verdieping
Opmerking
De zogenaamde voegwoordelijke bijwoorden, die niet alleen een verbindende
functie hebben, maar bovendien bijwoordelijke bepaling zijn in de zin
waarin ze voorkomen (bijv. bovendien, toch,
zelfs), worden besproken bij de
bijwoorden
[8.5].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |