12.3.4.2.12 Gelede partikels met een toestand aanduidende betekenis
Bij deze groep werkwoorden gaat het om gelede partikels
achterover,
omver,
onderuit,
voorover en de partikels op
een, zoals
aaneen en
bijeen.
Verder lezen
Achterover
Met behulp van het partikel
achterover kunnen
samenkoppelingen gevormd worden met de betekenis 'de werking genoemd in het
werkwoord is naar achteren gericht'. Voorbeelden zijn:
1achteroverhellen,
achteroverleunen, achteroverslaan, achterovertuimelen, achterovervallen,
achteroverduwen, achteroverschoppen
Omver
Met behulp van het partikel omver
kunnen samenkoppelingen gevormd worden die betekenen 'door de werking genoemd in
het werkwoord uit zijn evenwicht, ondersteboven raken of gebracht worden'
(letterlijk of figuurlijk). Voorbeelden zijn:
2omverkantelen,
omvervallen, omverwaaien, omverblazen, omvergooien, omverkegelen,
omverrijden
Onderuit
Met het partikel onderuit kunnen
samenkoppelingen gevormd worden die naar de betekenis verwant zijn met die met
omver. Voorbeelden van
werkwoorden met onderuit zijn:
3onderuitgaan,
onderuitglijden, onderuitzakken.
Voorover
Met behulp van het partikel voorover
kunnen samenkoppelingen gevormd worden die een betekenis hebben die tegengesteld
is aan die van achterover: 'de
werking genoemd in het werkwoord is naar voren gericht'. Voorbeelden zijn:
4vooroverbuigen,
vooroverhangen, vooroverzakken
Partikels met als tweede deel
een
De vormingen met partikels waarvan het tweede deel het woord
een is, kunnen naar hun
betekenis als volgt ingedeeld worden:
- de samenkoppelingen met uiteen betekenen dat door de werking een afstand of verwijdering ontstaat; die met aaneen, bijeen, dooreen, ineen en opeen geven nabijheid aan;
- de samenkoppelingen met bijeen en opeen geven geen vermenging aan, die met aaneen, dooreen en ineen wel;
- de samenkoppelingen met aaneen en ineen geven eenwording aan, dooreen niet.
Het volgende schema vat dit samen:
Tabel 1. De betekenis van werkwoorden met
aaneen,
bijeen,
dooreen,
ineen,opeen
en uiteen
verwijdering | nabijheid | ||
zonder vermenging | met vermenging | ||
zonder eenwording | met eenwording | ||
uiteen bijv.: uiteenhalen | bijeen, opeen bijv.: bijeenhalen, opeenleggen | dooreen bijv.: dooreengroeien | ineen, aaneen bijv.: ineengroeien, aaneenschrijven |
Samenkoppelingen met een van de genoemde elementen als eerste deel behoren
gewoonlijk tot de formele taal of komen vooral voor in Belgisch-Nederlands. In
Nederlands-Nederlands wordt soms liever een omschrijving met een voorzetsel en
elkaar gebruikt (bijv.
door elkaar in plaats van
dooreen). Voorbeelden van
dergelijke samenkoppelingen zijn:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |