1.1.3.1.14 De tweeklank
εi
De εi is een ongeronde tweeklank die vooraan in de mond
gearticuleerd wordt. Deze klinker komt voor in woorden als:
De klank wordt op twee manieren gespeld, als
ij en
ei. Deze twee spellingen komen
historisch
gezien voort uit verschillende klanken, maar dit verschil wordt in
geen enkele Nederlandse standaardvariëteit nog gemaakt. Figuur 1 toont de begin-
en eindpositie van
εi (met de
verglijding weergegeven door de pijl) in het klinkerdiagram.
Verder lezen
Articulatie
De εi is een
ongeronde, stijgende tweeklank die vooraan in de mond wordt
gearticuleerd en waarbij de tong van half open naar half gesloten beweegt.
Duur
De εi is
fonetisch gezien lang, net als de twee andere echte diftongen
œy en
ɔu. De
absolute duur hangt onder andere af van factoren als
spreekstijl en spreeksnelheid. Volgens Van der Harst (2011: 323-324) is de
gemiddelde duur van de
εi
voorafgaand aan respectievelijk een
s en
een t 230 ms
en 201 ms in het Nederlands-Nederlands, en 238 ms en 201 ms in het Belgisch
Nederlands.
Regionale variatie
De εi wordt
voor l
centraler uitgesproken en heeft dan een zwakkere mate van verglijding.
Zie Collins & Mees (1984: 117).
In het Belgisch-Nederlands en in de zuidelijke variëteiten van het
Nederlands-Nederlands is de verglijding van
εi
minder sterk. In het Poldernederlands is de verglijding sterker en wordt de
tweeklank uitgesproken met een opener beginklank (dus
ai).
Zie Jacobi (2009).
Akoestische eigenschappen van de tweeklank εi
Tabellen 1 en 2 geven een aantal voorbeeldzinnen met
εi in
verschillende fonologische contexten voor het Nederlands-Nederlands en Belgisch
Nederlands. Een overzicht van de referentiewaarden voor de eerste en tweede
formant (F1 en F2) van de
εi in
het Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands wordt gegeven op Taalportaal .
Tabel 1. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor
εi in
verschillende fonologische contexten in het Nederlands-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
mei 1991 | woordfinaal | ||
hij had een lange reis gemaakt | vóór obstruent | ||
in een nieuwe stijl | vóór vloeiklank |
Tabel 2. Geluidsbestanden, golfvormen en spectrogrammen voor
εi in
verschillende fonologische contexten in het Belgisch-Nederlands.
Woordgroep | Fonologische context | Geluidsbestand | Golfvorm/spectrogram |
in mei 1847 | woordfinaal | ||
op je reis naar gezondheid | vóór obstruent | ||
in Victoriaanse stijl | vóór vloeiklank |
Fonologische analyse van de tweeklank εi
-
Distinctieve kenmerkenDe distinctieve kenmerken van εi kunnen worden gespecificeerd door de distinctieve kenmerken voor de begin- en eindklank van de diftong apart weer te geven, respectievelijk [–hoog, +laag, –gespannen, –rond, –achter] en [+hoog, –laag, +gespannen, –rond, –achter]. Deze weergave gaat er wel van uit dat de plaatskenmerken voor de begin- en eindklank van de diftong gelijk zijn, maar dit is voor veel sprekers niet het geval.
-
FonotaxisDe εi komt niet voor als er een r in dezelfde lettergreep staat (een tautosyllabische r), omdat r een centraliserend effect heeft op de voorafgaande klinker. Dit effect is in strijd met de sluitende beweging die de tong maakt bij de articulatie van εi.Zie Booij (1995: 6-7).Binnen een lettergreep kan εi niet gevolgd worden door de glijklank w, wellicht omdat de tongpositie bij de eindklank van de diftong (nl. i) veel hoger is dan bij de articulatie van de glijklank w, waarbij de tong zich laag in de mond bevindt.Zie (Booij 1995: 7).
Literatuur
Collins & Mees (1984), Gussenhoven (1992), Booij (1995), Adank et al.
(2004), Jacobi (2009), Van der Harst (2011).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |