7.2 Rangtelwoorden
Rangtelwoorden (ordinalia) duiden het rangnummer of
de positie aan van een entiteit in
een geordende reeks, bijvoorbeeld:
1Na zijn kwartfinale op
Wimbledon klom hij naar de zevende plaats op de
ranglijst.
2Lidl opent komende week
zijn tweehonderdste vestiging in
België.
Voorbeelden 1-2
duiden een precies rangnummer aan, we spreken daarom van bepaalde
rangtelwoorden. Wordt een niet nader gespecificeerd rangnummer
genoemd, dan spreekt men van onbepaalde rangtelwoorden,
zoals in de voorbeelden hieronder:
3Je
hoeveelste optreden wordt het in
Suriname?
4Ik erger me blauw aan
programma’s die voor de tigste keer herhaald
worden.
vooral in NN: informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Nederlands-Nederlands en vooral in het
informele taalgebruik.
5Een man neemt plaats in
de middelste rij.
6De bezemwagen pikte de
laatste renners op.
Rangtelwoorden worden gevormd op basis van het hoofdtelwoord. Ze kunnen
gebruikt worden voor een substantief, zoals in de voorbeelden 1-6 hierboven, maar komen ook zelfstandig (7) en predicatief (8) voor:
7De Gouden Eeuw van de
schilderkunst in Denemarken was de
negentiende.
8Het Nederlands Elftal
haalde de halve finales en werd uiteindelijk
derde.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2023 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html; |
rangtelwoord