12.6.4 De achtervoegsels -gewijs/-gewijze en -erwijs/-erwijze
Met behulp van de achtervoegsels, of suffixen, -gewijs/-gewijze, en -erwijs/-erwijze
worden bijwoorden gevormd die de wijze aangeven waarop iets plaatsvindt. Deze
afleidingen worden voornamelijk gebruikt in formele taal, in het bijzonder de
lange varianten van deze suffixen die eindigen op een sjwa. Deze
variatie vinden we ook bij de woorden met
wijze/wijs.
Omdat
wijs/wijze
ook als zelfstandig substantief gebruikt kan worden, kan men -wijs/-wijze gebruikt om bijwoorden te maken
kwalificeren als een suffixoïde.
De suffixen -gewijs/-gewijze en het deel -wijs/-wijze van -erwijs/-erwijze vormen een zelfstandig prosodisch
woord. Het klemtoonpatroon van dit type bijwoorden is gelijk aan dat van de
meeste samenstellingen: hoofdklemtoon op het eerste deel, en secundaire klemtoon
op de lettergreep wijs of
wij, bijv.
gróépsgewijs en
schértsenderwijze.
Verder lezen
Het achtervoegsel -gewijs/-gewijze
Het achtervoegsel -gewijs/-gewijze wordt gevoegd
achter substantieven. Na een medeklinker treedt meestal een tussenklank in de
vorm van een -s- op.
Naar de betekenis kunnen er twee groepen onderscheiden worden. Voorbeelden van de
eerste groep afleidingen zijn:
1kringsgewijs,
kronieksgewijs, processiegewijs, steekproefsgewijs, terrasgewijs,
zigzagsgewijs
De betekenis van deze eerste groep bijwoorden kan omschreven worden met 'als, op
de wijze van -'. Enkele voorbeeldzinnen:
2De stoelen stonden
amfitheatersgewijs
opgesteld.
De leden van het
academische corps trekken ieder jaar
processiegewijs door de straten van de
historische binnenstad.
Een tweede groep vormen de afleidingen met een distributieve betekenis, zoals
groepsgewijs ('per groep'),
gezinsgewijs ('per gezin')
en puntsgewijs ('punt voor punt, per
punt'), zoals in de zinnen:
3De kandidaten zullen
groepsgewijs getentamineerd
worden.
De Inuit joegen in de
zomer gezinsgewijs op de
kariboe.
De commissie handelde
de agenda puntsgewijs
af.
Alleen met deze distributieve betekenis is het procedé productief. Verdere
voorbeelden van deze groep zijn:
4druppelsgewijs,
ondernemingsgewijs, paarsgewijze, pelotonsgewijs, ploegsgewijs,
vakgroepsgewijs
Sommige vormingen op -gewijs of -gewijze kunnen in beide betekenissen voorkomen, bijv.
iets trapsgewijs opstapelen
('als, in de vorm van een trap'), een
trapsgewijze/stapsgewijze vooruitgang ('in
trappen/stap voor stap'). Uit het laatste voorbeeld blijkt dat dergelijke
woorden soms ook attributief, dus als adjectief, gebruikt kunnen worden, zoals
ook in:
5ondernemingsgewijze
productie
een
sprongsgewijze
ontwikkeling
een
steekproefsgewijze
controle
Het achtervoegsel -erwijs/-erwijze
Met -erwijs/-erwijze worden bijwoorden afgeleid van
adjectieven (inclusief als adjectief gebruikte tegenwoordige deelwoorden).
Voorbeelden zijn:
6menselijkerwijs,
noodzakelijkerwijze, normalerwijze, ongelukkigerwijze,
redelijkerwijze, toevalligerwijs;
schertsenderwijze,
spelenderwijs, vergelijkenderwijze,
vragenderwijs
-wijs/-wijze als zinsadverbium
Als het basiswoord een adjectief is, fungeert het bijwoord op -wijs/-wijze meestal als een
zinsadverbium, dat een evaluatie uitdrukt van wat in de
zin als situatie of gebeuren genoemd wordt. Als het basiswoord een tegenwoordig
deelwoord is, is er sprake van een bijwoord dat het predicaat van de zin modificeert.
Zie Diepeveen & Van de Velde (2012).
Om een evaluerende bijwoordelijke bepaling te maken, kan ook gebruik gemaakt
worden van de combinatie van een adjectief met het woord
genoeg, zoals in:
7Vreemd genoeg kwam hij
niet opdagen.
Het adjectief gelukkig kan ook zonder
suffix gebruikt worden als evaluerend zinsadverbium.
Zie De Clercq & Vanden Wyngaerd (2019).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |