Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.4.2.2.7.4 Het achtervoegsel -elaar (-aar)
Met name in regionaal taalgebruik komt het achtervoegsel, of suffix, -elaar əlar voor in woorden om (fruit)bomen en struiken aan te duiden. De standaardtaal gebruikt daarvoor samenstellingen met boom of struik als tweede lid. De woordklemtoon ligt bij de afleidingen op het substantivische basiswoord. Voorbeelden van zulke vooral in Belgisch-Nederlands gebruikte de-woorden zijn:
1druivelaar, kerselaar, notelaar, perelaar, pruimelaar in BN: ST Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige contexten in het Belgische Nederlands en kan als deel van de standaardtaal worden beschouwd.
Dergelijke woorden worden wel beschouwd als vormingen naar analogie van appelaar. In het hele Nederlandse taalgebied wordt hazelaar gebruikt.
De hoofklemtoon in zulke woorden ligt op het basiswoord, en de syllabe laar krijgt secundaire klemtoon, zoals in kérselààr.
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links