23.4 Bevelende zinnen
Verder lezen
1
Tot de bevelende zinnen behoren allereerst de zinnen met een imperatief.
De vormen van de imperatief worden behandeld in [2.3.2.5], het
gebruik in [2.4.4] (voor de
modale functies die de imperatief kan hebben, zie men [28.3.4.2]). Imperatiefzinnen hebben een voor-pv (zinstype 1b: persoonsvorm als
eerste zinsdeel; zie hierover verder [21.2.3.1]). Voorbeelden:
1Ga staan!
2Ga jij eens
staan!
3Ga eens
staan, jij!
4Kinderen, kom
hier!
5Komen
jullie eens hier.
6Kom eens hier,
kinderen.
In plaats van een imperatief kan ook een infinitief of een voltooid
deelwoord gebruikt worden, bijv.:
7Doorlopen!
8Opgepast!
Zie hiervoor verder(2.4.2, sectie 4), respectievelijk(2.4.6, sectie
5).
2
In ruimere zin worden tot de bevelende zinnen ook zinnen gerekend die een
onderwerp in de eerste persoon en een gezegde met de betekenis 'bevelen'
hebben (bijv.
bevelen
gelasten
opdragen
), of een onderwerp in de tweede persoon en een gezegde met de betekenis
'moeten' (bijv.
moeten
dienen
behoren
). Deze zinnen onderscheiden zich formeel niet van mededelende zinnen.
Voorbeelden:
9Ik draag u op de inhoud van dit
schrijven aan de officieren van uw onderdeel mede te
delen.
10Jullie
moeten niet zo zeuren.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Soms worden ook zinnen waarin door het hulpwerkwoord laten
een aansporing of een daarmee verwante betekenis wordt uitgedrukt, tot de
bevelende zinnen gerekend, bijv.:
iLaten we
beginnen.
iiLaat hij maar
oppassen!
Dit type zinnen wordt behandeld
in
[18.5.4.10/iii], [1].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |