10.3.4 Voegwoorden van causaliteit: omdat, doordat,
aangezien, daar, vermits
(dewijl, doordien, naardien,
nademaal, overmits, wijl);
door, met; dat
Verder lezen
1
In veel Nederlandse grammatica's wordt onderscheid gemaakt tussen
voegwoorden van oorzaak en
voegwoorden van reden, waarbij met
name als regel wordt gegeven dat
omdat voor
redengevende en
doordat voor
oorzaakaanduidende bijzinnen gebruikt moet worden. De praktijk van het
taalgebruik is echter anders. Allereerst zijn de categorieën 'oorzaak' en
'reden' niet altijd gemakkelijk uit elkaar te houden; meermalen is een
bepaalde zin ook voor twee interpretaties vatbaar. Verder blijkt
omdat door vrijwel alle taalgebruikers zowel redengevend als
oorzaakaanduidend gebezigd te worden, terwijl doordat veel
minder voorkomt dan omdat. In dit boek maken we daarom gebruik
van de overkoepelende term 'voegwoorden van
causaliteit'.
2a
Als meer of minder gebruikelijke voegwoorden van causaliteit komen voor:
omdat,
doordat,
aangezien,
daar
(formeel) en vermits
(regionaal; vooral in België gebruikelijk). Weinig gebruikelijke vormen,
waaraan hier verder geen aandacht wordt besteed, zijn:
dewijl,
doordien,
naardien,
nademaal,
overmits en
wijl
(alle formeel-archaïsch).
Wat het gebruik van de eerste vijf voegwoorden betreft, geldt het volgende.
Omdat is redengevend en oorzaakaanduidend;
doordat kan niet gebruikt worden voor zinnen die duidelijk
redengevend zijn; de andere worden meestal niet gebruikt voor zinnen die
duidelijk oorzaakaanduidend zijn. Vergelijk:
Voorbeelden met daar en vermits:
3Daar
deze vogels grote, krachtige poten hebben, worden ze grootpoothoenders
genoemd.formeel
4Vermits
het regent, ga ik niet uit.regionaal
2b
Door, gevolgd door een
beknopte bijzin met een infinitief met te, heeft dezelfde
betekenis als het voegwoord doordat, dat een volledige bijzin
inleidt. Een voorbeeld is:
5Door de
spijker voortdurend heen en weer te bewegen, kreeg ik hem ten slotte uit
het hout.
Met een vergelijkbare betekenis komt
met voor, dat een beknopte
bijzin met infinitief met te inleidt, bijv.:
6Met zo op te
treden heb je alle krediet verspeeld.
3
Het voegwoord dat is als
redengevend te beschouwen als het een zin inleidt die de aanleiding
uitdrukt tot een voorafgaande vraag of opmerking; dat kan in
deze functie niet door een van de andere genoemde voegwoorden vervangen
worden. (Het is soms wel te vervangen door want;
vergelijk
[26.4.1.2].) Voorbeelden:
7Ben je ziek,
dat je zo bleek ziet?
8Hij heeft zeker op zijn kop gehad,
dat hij zo sip kijkt.
9Lust je dit niet,
dat je je bord niet leeg eet?
10Ze komt zeker nog terug,
dat ze het licht heeft laten
branden.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
In formeel taalgebruik, vooral in ambtelijke stijl, komt soms het
voegwoord waar in
redengevende functie voor, bijv.:
iWaar
de toestand nog zorgwekkend is, meent de minister dat de
bezuinigingsmaatregelen voorlopig gehandhaafd moeten
blijven.formeel
Dit gebruik van waar is niet voor alle taalgebruikers
aanvaardbaar en wordt afgeraden.
Zie voor het voegwoord als in het type Dik als hij was,
kon hij niet door de nauwe opening (= 'Omdat hij zo dik was...')
[10.3.14.4].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |