12.3.2.1 Prefigering
Voor de afleiding van werkwoorden kent het Nederlands verschillende inheemse en
uitheemse prefixen, of voorvoegsels. Dit proces wordt
prefigering genoemd. Onderling verschillen de prefixen
in productiviteit en beklemtoning.
Verder lezen
Inheemse prefixen
Het Nederlands kent een zestal inheemse prefixen, waarvan er vier productief
gebruikt kunnen worden (be-, her-, ont- en ver-) en twee onproductief zijn (er-
en ge-). Deze prefixen zijn altijd onbeklemtoond,
met uitzondering van her-. Her- is onbeklemtoond als het basiswoord met een beklemtoonde
lettergreep begint. Als dat niet het geval is draagt het de hoofdklemtoon van
het woord, zoals in hérverkavelen
afgeleid van verkávelen, en
hérorganiseren afgeleid van
organiséren.
Tabel 1. Werkwoorden met onbeklemtoonde prefixen (I)
onbeklemtoond prefix | werkwoord |
be- bə | be-ríjden |
her- hɛr | her-róepen |
ont- ɔnt | ont-lópen |
ver- vər of vɛr | ver-gáán |
er- ɛr | er-váren |
ge- ɣə | ge-lóven |
Het kenmerk van deze prefixen, met uitzondering van her- (dat bij aanhechting aan een substantief opnieuw een
substantief oplevert, zoals in
herexamen), is dat ze
woordsoortbepalend zijn, en altijd werkwoorden afleiden. Als het basiswoord een
sterk werkwoord is, wordt ook het afgeleide werkwoord
sterk vervoegd, zoals blijkt uit de verledentijdsvormen van de werkwoorden in
(1): bereed,
ervoer,
ontliep,
verging en
herriep.
De onproductieve prefixen er- en ge- komen slechts in een beperkt aantal werkwoorden
voor, zoals erkennen en
geleiden, en soms is er geen
basiswoord, zoals in gebruiken. Ook
de productieve prefixen be-, ont- en ver- komen voor met stammen die zelf geen woord zijn,
zoals beginnen,
ontginnen en
verdwijnen.
Naast de zes bovengenoemde prefixen zijn er onbeklemtoonde prefixen waarmee een
woord correspondeert met dezelfde klankvorm, zoals door-, om-, over- en onder-. We beschouwen zulke
morfemen als ze deel van een woord zijn als prefixen,
omdat ze woordsoortbepalend zijn. Dat laatste blijkt uit het feit dat ze, hoewel
ze meestal met werkwoorden combineren, ook aan substantieven gehecht kunnen
worden, en dan werkwoorden vormen, zoals
doorspékken,
ondertítelen en
overbrúggen. Bovendien
dragen deze morfemen niet de woordklemtoon, zoals we zouden verwachten als het
samenstellingen zouden zijn. Immers, bij samenstellingen bepaalt juist het rechterdeel de woordsoort, en
draagt het linkerdeel de hoofdklemtoon van het woord.
Enkele van deze prefixen zijn productief: door-,
om-, onder- en
over-:
Tabel 2. Werkwoorden met onbeklemtoonde prefixen (II)
onbeklemtoond prefix | werkwoord |
aan- an | aan-váárden |
achter- ɑxtər | achter-hálen |
door- dor | door-lópen |
mis- mɪs | mis-drágen |
om- ɔm | om-hélzen |
onder- ɔndər | onder-bóuwen |
over- ovər | over-wínnen |
vol- vɔl | vol-dóen |
voor- vor | voor-kómen |
weer- wer | weer-stáán |
Ook voor dit type afgeleide werkwoorden geldt dat, als het basiswoord een sterk
werkwoord is, het afgeleide werkwoord dat ook is. Dit zien we bijvoorbeeld in de
verledentijdsvormen doorliep,
misdroeg,
overwon,
voldeed,
voorkwam en
weerstond.
Uitheemse prefixen
In gelede werkwoorden komen ook een aantal uitheemse prefixen voor. Veel van die
werkwoorden zijn ontleend, met name aan het Frans. De meeste ervan zijn
gecombineerd met een uitheems morfeem dat niet als woord optreedt (een
wortel), gevolgd door het suffix -eer:
Tabel 3. Werkwoorden van het type uitheems prefix + wortel + -er(en)
prefix | werkwoord |
ab- ɑb | ab-duceren |
ad- ɑd | ad-strueren |
ante- ɑntə | ante-cederen |
co- ko | co-ördineren |
contra- kɔntra | contra-veniëren |
de- de | de-duceren |
dis- dɪs | dis-simileren |
ex- ɛks | ex-panderen |
in- ɪn | in-noveren |
inter- ɪntər | inter-pelleren |
per- pɛr | per-mitteren |
pre- pre | pre-fereren |
pro- pro | pro-longeren |
re- re | re-noveren |
sub- sʏb | sub-stitueren |
trans- trɑns | trans-porteren |
De betekenis van zulke werkwoorden is niet of nauwelijks voorspelbaar op grond
van hun morfologische bouw, omdat de betekenissen van wortels zoals
duc en
stru op zich niet direct
toegankelijk zijn. Van sommige prefixen is wel een systematische betekenis
herkenbaar, zoals in ante- ‘voorafgaand aan’, en
contra- ‘tegen’. Er zijn ook werkwoorden met
zulke prefixen die een corresponderend basiswoord hebben zoals
antedateren,
diskwalificeren en
excommuniceren. Zulke
werkwoorden zijn daardoor qua betekenis wel grotendeels doorzichtig.
De bron van uitheemse prefixen in werkwoorden kan overigens ook zijn dat het
werkwoord is afgeleid van een substantief met een uitheems prefix. Zo is
adviseren afgeleid van het
substantief advies, en
exporteren van het
substantief export.
De uitheemse prefixen de- en re- worden productief gebruikt in combinatie met uitheemse
werkwoorden, zoals in de volgende werkwoorden:
1de-blokkeren,
de-centraliseren, de-koloniseren,
de-militariseren
re-activeren,
re-combineren, re-construeren,
re-organiseren
De betekenisbijdrage van de- is ‘het ongedaan maken
van het in het basiswoord genoemde’, en die van re-
is ‘opnieuw’. Het werkwoord recycleren
vooral in BN
Deze vorm komt vooral voor in standaardtalige contexten
in het Belgisch-Nederlands, maar ook (heel) af en toe in andere
variëteiten.
is een leenvertaling van het Engelse werkwoord
'to recycle'.
Meer lezen
Van de inheemse prefixen worden de volgende in een flink aantal werkwoorden
gebruikt, en met verschillende bijdragen aan de betekenis van de afgeleide
woorden. Ze komen uitgebreider aan bod in onderstaande paragrafen:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |