18.5.4.4.ii.d Mogen
Verder lezen
1
Het eigenlijk-modale mogen kan een concessieve functie hebben;
de spreker of schrijver geeft te kennen dat hij de inhoud van de zin waarin
mogen voorkomt, toegeeft, maar dat daar iets anders tegenover
staat. Meestal wordt dan toegevoegd.
1Hij mag
dan intelligent zijn, ijverig is hij
niet.
2Ze
mag dan hard gewerkt hebben, de
resultaten zijn er niet naar.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
In deze functie kunnen ook conjunctiefvormen gebruikt worden
(moge(n));
zie
[2.4.3/5].
2a
In conditionele bijzinnen wordt de imperfectumvorm mocht(en)
gebruikt om expliciet aan te geven dat het volstrekt onzeker is of de
genoemde, op zich mogelijke, gebeurtenis of toestand werkelijkheid is of
zal worden. De meest voorkomende zinsvorm is die met mocht(en)
aan het begin (als vóór-pv), maar ook een als -zin met
mocht(en) als achter-pv is mogelijk. Voorbeelden:
3Mocht ik
toch verhinderd zijn, dan stuur ik nog wel een
bericht.
4Mocht u
meer informatie wensen, dan kunt u bellen of
schrijven naar onze afdeling
'Consumentenvoorlichting'.
Een enkele keer is zo'n als-zin verplicht, met name na een
voorzetsel; vergelijk:
In plaats van zinnen met
mocht(en)
kan altijd een gewone
als
-zin of een bijzin zonder voegwoord met een vóór-pv als eerste zinsdeel gebruikt
worden, zie respectievelijk 7b en 7c. (Het omgekeerde geldt overigens niet per se.)
In tegenstelling tot een zin met
mocht(en)
kunnen de alternatieve constructies, althans die met een tegenwoordige tijd, zowel
zekerheid als onzekerheid uitdrukken. In het eerste geval kunnen we dan met een bijzin van tijd
te maken hebben, die trouwens vaak niet zonder meer van een conditionele bijzin te
onderscheiden is. Vergelijk bijv. de volgende twee zinnen, waarvoor we aannemen dat 'Huib' een
collega van de spreker is die dagelijks op zijn werkplek aanwezig is, en 'Teun' iemand die wel
eens op bezoek komt. De spreker kan nu, als hij er de volgende dag niet zal zijn, 's avonds
tegen een andere collega zowel 8 als 9 zeggen:
8Als Huib morgenochtend komt,
vraag dan of hij mij even thuis opbelt.
9Als Teun morgenochtend komt,
vraag dan of hij mij even thuis opbelt.
10
Mocht Huib morgenochtend komen, vraag dan
of hij mij even thuis opbelt.uitgesloten
11Mocht
Teun morgenochtend komen, vraag dan of hij mij even
thuis opbelt.
Het gebruik van conditionele zinnen met
mocht(en)
is aan een aantal beperkingen onderworpen. Ten eerste moet de gebeurtenis of
toestand die in de bijzin genoemd wordt, werkelijkheid kunnen zijn of worden. Betreft het
echter een louter denkbeeldige, irreële gebeurtenis of toestand, zoals in de voorbeelden 12 en 13 - aan de
geïmpliceerde situatie uit het verleden of aan de geïmpliceerde lichaamsgrootte valt immers
niets meer te veranderen -, dan is een
als
-zin met
zou(den)
(zie
zullen
(f, 2 en verder)) of een andere
imperfectumvorm of een bijzin met zo'n werkwoord als eerste zinsdeel verplicht:
Er moet tevens sprake zijn van een concrete mogelijkheid. Een meer
theoretische mogelijkheid wordt door een als -zin uitgedrukt;
vergelijk:
Zin 14a past in een situatie waarin bepaalde
werkzaamheden een reëel gevaar voor brand opleveren, zin 14b daarentegen is als een algemeen geldende uitspraak te beschouwen.
Verder moet het verband tussen bijzin en de rest van de zin (de rompzin) van dien aard zijn dat
de rompzin een handeling noemt die verplicht, wenselijk, zinvol, nuttig etc. is als het in de
bijzin gestelde zich daadwerkelijk voordoet. Als de bijzin aan de rompzin voorafgaat, dan bevat
deze laatste in de regel het bijwoord
dan
(voor een uitzondering: zie
[21.8.2.2], [4]).
Een handeling zoals hier bedoeld kan ook geïmpliceerd zijn, zoals in 15:
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Een dergelijke handeling kan ook op de zaken vooruitlopen, wat niet wil zeggen dat de
rompzin daarom per se aan de bijzin voorafgaat; vergelijk:
15Mocht
iemand een aanvraag willen indienen, dan zou ik die
graag op 15 juni a.s. in mijn bezit hebben.
Geïmpliceerd is hier: 'zorg ervoor (dat ik...)'.
Drukt de rompzin echter iets uit wat als een aannemelijk, logisch of
onontkoombaar gevolg van een mogelijke gebeurtenis te beschouwen is, dan
is een bijzin met mocht(en) niet of in ieder geval minder
goed bruikbaar; vergelijk:
Hiermee hangt samen dat in een bijzin die een noodzakelijke voorwaarde
noemt, mocht(en) uitgesloten is:
Uit het bovenstaande mag niet afgeleid worden dat exact aan te geven is welke zinnen wel en
welke niet kunnen. Dat is zeker niet het geval. Ter vergelijking vermelden we hier dat een zin
als 21a in een andere context en met een andere
interpretatie op zich heel wel aanvaardbaar is:
22Mocht
je met Kerst geen onvoldoendes op je rapport hebben,
dan mag je naar de wintersport.
In deze zin is er veeleer sprake van een veronderstelling dan van een absolute voorwaarde.
Verder lijkt in plaats van zin 17a variant 23, met de omgekeerde volgorde van romp- en bijzin, wel
aanvaardbaar:
23Mochten
ze in de zomer trouwen, dan zou dat veel mooier
zijn.
In geval van twijfel kan het beste één van de genoemde alternatieve
constructies gebruikt worden.
2b
Behalve in bijzinnen komt het conditionele mocht(en) een
enkele keer ook voor in (zelfstandige) uitroepende zinnen zoals:
24Ze
mochten eens op andere ideeën
komen!
De betekenis van zulke zinnen is 'stel (je voor) dat...'. Dit gebruik van
mocht(en) is vergelijkbaar met dat van moest(en)
in combinatie met weten (zie boven bij moeten
(b, 2)).
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Voor het regionale gebruik van moest(en) in conditionele
zinnen zie men moeten (b, 2).
3
Het eigenlijk-modale mocht(en) komt ook voor in een vaste
combinatie met willen, in zinnen als de volgende:
25A: (Gaan jullie morgen mee?)
B: Dat mocht je
willen!
26Ze mocht
willen dat ze zo mooi kon dansen als Margot
Fonteyn.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |