18.5.4.16 Beogen, menen, vergeten,
wagen, weigeren, wensen
Verder lezen
De werkwoorden beogen, menen,
vergeten, wagen, weigeren en
wensen kunnen alleen gecombineerd worden met een infinitief
met te. Ze zijn niet-verplicht groepsvormend, dat wil zeggen
dat ze zowel groepsvormend als niet-groepsvormend gebruikt kunnen worden.
Het getalsonderwerp van bovenstaande werkwoorden is tevens geïmpliceerd
onderwerp van de infinitief. Een en ander moge blijken uit onderstaande
voorbeelden. In de (a) -zinnen is er sprake van groepsvorming,
in de (b) -zinnen niet.
Uit 6 blijkt dat het al dan niet
groepsvormend gebruik van het werkwoord invloed kan hebben op de vorm van
de ontkenning (geen in
6a, niet in
6b).
Naargelang menen wel of niet groepsvormend gebruikt wordt, kan
er sprake zijn van een lichte betekenisnuance. Zo kan menen in
2a (groepsvormend gebruikt) iets
negatiever klinken: 'hij veronderstelde ten onrechte, hij verkeerde in de
waan...', terwijl de betekenis in 2b
neutraler is: 'hij dacht, was (oprecht) van mening...'. Voor enkele andere
voorbeelden zie
men
[18.5.1.2/1], categorie [b].
Met het al dan niet groepsvormende gebruik van deze werkwoorden hangt ook
samen het voorkomen van specifieke en niet-specifieke onbepaalde
constituenten als lijdend voorwerp van de infinitief. In zinnen waar de
bovengenoemde werkwoorden groepsvormend gebruikt zijn, zijn de bedoelde
onbepaalde constituenten doorgaans als specifiek onbepaald te interpreteren,
in niet-groepsvormende constructies doorgaans als niet-specifiek onbepaald.
Vergelijk:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |