Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
10.3.3.3 De inhouden van romp- en bijzin worden (ongeveer) gelijktijdig gerealiseerd: terwijl, zolang, zolang als, (van) zodra, zo gauw, zo gauw als, sinds, sedert; toen, nu, als, wanneer
Verder lezen
1
De voegwoorden terwijl, zolang, zolang als, (van) zodra, zo gauw, zo gauw als, sinds, sedert, toen, nu, als en wanneer kunnen aangeven dat de in de romp- en bijzin uitgedrukte werkingen gelijktijdig plaatsvinden, bijv.:
1Terwijl hij voorbijkomt, zwaait hij naar ons.
Het is ook mogelijk dat de werkingen direct op elkaar volgen, maar als gelijktijdig ervaren worden, zoals in:
2Als hij voorbijkomt, roep hem dan even.
Verder kan de gelijktijdigheid gesitueerd zijn op het spreekmoment (zoals in 1) of daarna (zie 2), maar ook daarvóór of 'buiten de tijd' (herhaalde werking), zoals respectievelijk in 3 en 4:
3Toen hij voorbijkwam, zwaaide hij naar ons.
4Als hij voorbijkomt, zwaait hij altijd.
Met deze betekenisfacetten wordt in het onderstaande rekening gehouden, waarbij tevens bijzondere gebruikswijzen van de afzonderlijke voegwoorden gesignaleerd worden.
2a
Het voegwoord terwijl wordt gebruikt om zuivere gelijktijdigheid (op, voor of na het spreekmoment, alsook bij een herhaalde werking) aan te geven, bijv.:
5Terwijl Claudine piano speelt, zit ik in de veranda.
Bijzondere gebruikswijzen van terwijl zijn het aangeven van een tegenstelling of van een aaneenschakeling. Voorbeelden:
6Terwijl ik de hele dag hard gewerkt heb, heb jij alleen maar in de zon gezeten.
7We hebben een logeerkamer met twee bedden, terwijl we ook nog een bed in de huiskamer kunnen zetten.
In de eerste zin is maar als voegwoord denkbaar (de maar-zin moet dan op de andere zin volgen), in de tweede zin en.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Om een tegenstelling aan te geven wordt ook wel waar gebruikt. Het is minder gebruikelijk dan terwijl en niet voor iedereen aanvaardbaar; het gebruik wordt afgeraden. Een voorbeeld:
iWaar de kampioen straalde en juichte als een debutant, hingen de andere renners verdwaasd en uitgeput tegen de dranghekken.
2b
Het voegwoord zolang en de voegwoordelijke uitdrukking zolang als hebben dezelfde gelijktijdigheidsbetekenis als terwijl, maar drukken bovendien uit dat de werkingen van rompzin en bijzin even lang duren, bijv.:
8Ik zal u dankbaar zijn zolang (als) ik leef.
9De kinderen werkten rustig door, zolang (als) de onderwijzer in de klas bleef.
Vanuit zinnen als 9 ontwikkelt zich gemakkelijk een voorwaardelijke betekenis ('indien', 'mits'); dikwijls wordt dan maar toegevoegd. Een voorbeeld is:
10We mogen van onze ouders best alleen met vakantie, zolang ze maar weten waar we zitten.
3a
Het voegwoord zodra (daarnaast komt regionaal (in België) van zodra voor) geeft aan dat de werking van de rompzin onmiddellijk volgt op die van de bijzin. Dit kan het geval zijn voor of na het spreekmoment, of herhaalde malen. Hetzelfde geldt voor de voegwoordelijke uitdrukkingen zo gauw en zo gauw als, die vooral in gesproken taal voorkomen. Voorbeelden:
11Zodra ik je zag, dacht ik eraan.
12Ik zal het hem zeggen, zodra ik hem zie.
13Ik kan er niets aan doen: zodra ik hem zie, moet ik lachen.
14Zo gauw (als) ik hem zie, zal ik hem roepen.
Zie voor zodra ook [10.3.3.4].
3b
De synonieme voegwoorden sinds en sedert geven aan dat de werking van de bijzin op een bepaald tijdstip vóór het spreekmoment begonnen is, vrijwel direct gevolgd werd door de werking van de rompzin en samen daarmee voortgeduurd heeft tot het moment waarop de spreker deze laatste werking situeert (vóór of op het spreekmoment). Voorbeelden:
15Sinds zijn vader gepensioneerd was, ging het niet meer zo goed met het bedrijf.
16Sedert zijn vader gepensioneerd is, gaat het niet meer zo goed met het bedrijf.
4a
De hieronder behandelde voegwoorden toen, nu, als en wanneer kunnen zuivere gelijktijdigheid aangeven, zoals die onder 2 (voorbeeld 17), of directe opeenvolging, zoals die onder 3 (voorbeelden 18, 19 en 20).
Het voegwoord toen situeert de werking vóór het spreekmoment. Voorbeelden:
17Toen het zulk mooi weer was, zaten we veel in de tuin.
18Ik dacht eraan toen ik je zag.
Een bijzondere gebruikswijze van toen doet zich voor als niet de werking van de rompzin direct volgt op die van de bijzin (zoals in 18 en 11 t/m 16), maar omgekeerd. De bijzin staat in dit geval steeds achter de rompzin, terwijl de volgorde anders in principe vrij is, zoals uit de tot nog toe gegeven voorbeelden blijkt. Deze gebruikswijze komt vooral in geschreven taal voor. Evenals de continuatieve bijzinnen die door een relativum ingeleid worden [14.5.3.7/iii], hebben deze toen-zinnen de waarde van een nevengeschikte hoofdzin. Voorbeelden:
19Juist wilde ik beginnen haar mijn erkentelijkheid te bewijzen, toen wij door een naderend gerucht van stemmen van ons onderwerp werden afgebracht.
20Het antwoord lag al op het ministerie te wachten, toen het kabinet ten val kwam.
Zie voor toen ook [10.3.3.4].
b
Het voegwoord nu (het spreektalige nou komt in deze functie zelden voor) situeert de werking op het spreekmoment (zie ook [10.3.3.4]). Behalve temporeel is dit voegwoord meestal ook verklarend van aard. Voorbeelden:
21Nu het zulk mooi weer is, zitten we veel in de tuin.
22Nu ik je zie, denk ik er weer aan.
c
Van de synonieme voegwoorden als en wanneer behoort het laatste tot formeel taalgebruik. Deze voegwoorden situeren de werking na het spreekmoment of geven een herhaalde werking aan. Voorbeelden van het eerste zijn:
23Als het zulk mooi weer is als nu, houden we het feest in de tuin.
24Als ik hem zie, zal ik het hem vragen.
25Hij zal mij opvolgen wanneer ik er niet meer zal zijn.formeel
Als een herhaalde werking wordt aangeduid, kunnen de voegwoorden bijvoorbeeld voorafgegaan worden door het bijwoord telkens . Voorbeelden:
26Als het zulk mooi weer is, zitten we altijd in de tuin.
27Telkens als ik hem zie, moet ik lachen.
28Wanneer bij de dichter de gemoedsimpulsen wegebben, slinkt ook de scheppingsdrang.formeel
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Op zichzelf beschouwd zou telkens als een voegwoordelijke uitdrukking genoemd kunnen worden, evenals bijv. zolang als (zie onder 2b). Het verschil tussen deze beide woordcombinaties is echter dat naast zolang als ook zolang als onderschikkend voegwoord kan optreden, wat voor telkens niet geldt (althans niet in de standaardtaal; regionaal (in België) komt dit gebruik wel voor). Vergelijk:
iaIk zal u dankbaar zijn zolang als ik leef.
bIk zal u dankbaar zijn zolang ik leef.
iiaTelkens als ik hem zie, moet ik lachen.
bTelkens ik hem zie, moet ik lachen.regionaal
We noemen telkens daarom een bijwoord dat met het voegwoord als gecombineerd kan worden.
Een herhaalde werking kan ook vóór het spreekmoment gesitueerd worden, bijv.:
29Bij mijn ouders thuis zaten we, als het mooi weer was, altijd in de tuin.
Het verschil tussen als het mooi weer was in dit voorbeeld en toen het mooi weer was in voorbeeld 17 is, dat in 17 gedacht wordt aan een bepaald tijdsbestek waarin het mooi weer was, en in 29 niet.
Als bijzondere gebruikswijze van als en wanneer is te beschouwen het gebruik met een historisch presens om een niet herhaalde werking vóór het spreekmoment aan te duiden; toen is in dat geval onmogelijk. Een voorbeeld is:
30Als Maurits sterft, wordt zijn broer Frederik Hendrik stadhouder.
In regionaal taalgebruik in België kunnen als en wanneer in plaats van toen een niet herhaalde werking vóór het spreekmoment aanduiden, bijv.:
31Als ik nog een kleine jongen was, ging ik dikwijls naar mijn grootouders.regionaal
32Wanneer ik deze morgen mijn radio aanzette, hoorde ik een toespraak van de eerste minister.regionaal
Zie voor als en wanneer ook [10.3.3.4].
Opmerking
Verdieping
Opmerking
De grens tussen als en wanneer als voegwoorden van tijd en als voorwaardelijke voegwoorden (zie [10.3.8]) is niet altijd even duidelijk te trekken. Vergelijk:
iAls ik goed geslapen heb, word ik altijd vanzelf wakker. ('telkens als': tijd)
iiAls ik goed geslapen heb, zal ik wel vanzelf wakker worden. ('aangenomen dat': voldoende voorwaarde)
iiiIk word vanzelf wakker, áls ik tenminste goed geslapen heb. ('mits': noodzakelijke voorwaarde)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links