1.6.5.5 Klemtoon in samengestelde telwoorden
    
    
        Het Nederlands heeft twee soorten hoofdtelwoorden. Een aantal ervan
                    heeft de vorm van een samenstelling, in de eerste plaats de telwoorden 13-19.
                    Deze telwoorden hebben klemtoon op het eerste deel van de samenstelling:
                
1dér-tien, véér-tien, négen-tien
Bij samengestelde telwoorden boven 100 is er variatie: de klemtoon kan links of
                    rechts liggen, maar bij attributief gebruik valt de klemtoon op het eerste
                    lid:
                
2{drie-hónderd / dríé-honderd} - drìè-honderd
                                bóéken
{zes-dúizend / zés-duizend} - zès-duizend
                                fléssen
{twee-miljóén / twéé-miljoen} - twèè-miljoen
                                gúlden
{acht-miljárd / ácht-miljard} - àcht-miljard
                                éuro
Sommige hoofdtelwoorden worden gevormd door middel van nevenschikking met het
                    voegwoord en, en qua vorm zijn ze dus woordgroepen. We zien bij dit type
                    telwoorden weer klemtoonvariatie, maar bij attributief gebruik valt de klemtoon
                    bij telwoorden onder de 100 altijd op het linkerdeel:
                
3{twee-en-twíntig / twéé-en-twintig} - twèè-en-twintig /
                                *twee-en-twìntig} bóéken
{honderd-en-dríé / hónderd-en-drie} - {hònderd-en-drie /
                                honderd-en-drìè} léden
Naast gelede hoofdtelwoorden zijn er gelede rangtelwoorden. Hier
                    geldt dat bij rangtelwoorden onder de honderd de hoofdklemtoon op het
                    rechterdeel valt, maar op het linkerdeel bij attributief gebruik:
                
4de een-en-dértigste - de èèn-en-dertigste júli
Bij rangtelwoorden boven 100 zijn beide posities voor klemtoon mogelijk bij
                    attributief gebruik:
                
5honderd-en-víérde - de {hònderd-en-vierde / honderd-en-vìèrde}
                        kéér
Rangtelwoorden kunnen gebruikt worden als het rechterdeel van samenstellingen die
                    breuken aanduiden. Ze dragen dan de hoofdklemtoon op het rechterlid, maar op het
                    linkerlid bij attributief gebruik:
                
6drie-áchtste - drìè-achtste pízza
vier-tíénde - vìèr-tiende áándeel
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen | 
| 3.0 | Geert Booij | september 2020 | |
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; | 
 
				 
						
					