7.1.1 Vorming van hoofdtelwoorden
Bepaalde
hoofdtelwoorden bestaan uit een beperkte groep basisvormen, zoals een,
zes,
acht,
tien,
twaalf,
honderd,
-tig en
-en-, waarmee alle andere,
meer complexe, bepaalde hoofdtelwoorden kunnen worden gevormd, zoals
acht-tien,
zes-tig en
twaalf-honderd-en-een.
Tot de onbepaalde hoofdtelwoorden rekenen we de volgende vormen:
veel,
meer,
meeste;
weinig,
minder,
minste;
hoeveel,
zoveel;
enkele,
ettelijke,
meerdere,
verscheidene,
verschillende,
talloze; en
tig
vooral in NN: informeel
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige
contexten, vooral in het Nederlands-Nederlands en vooral in het
informele taalgebruik.
.
Zie 7.1.2.1 voor de (beperkte) verbuigingsmogelijkheden van
hoofdtelwoorden (bijv. ene,
enkele en
vele), en 7.1.3
voor de bijzondere vormen op -en en op -tje(s) (bijv.
tweeën,
eentje en
drietjes).
Is geen een
telwoord?
Verdieping
Is geen een
telwoord?
Het woord geen, zoals in
i, impliceert dat er sprake is van een lege
verzameling, met andere woorden, dat het aantal entiteiten waarop de
nominale constituent betrekking heeft, gelijk is aan nul. Er wordt door
geen dus een precies
aantal aangeduid, net als door de bepaalde telwoorden. Is
geen een
telwoord?
iWe
zagen geen
sterveling onderweg.
Broekhuis & den Dikken (2012) beschouwen
geen als negatief
lidwoord. Een verschil tussen
nul en
geen waar zij op
wijzen is dat geen zowel met
enkelvoudige als met meervoudige substantieven gecombineerd kan worden
(bijv. geen boek – geen
boeken), terwijl
nul, net als de
andere bepaalde hoofdtelwoorden (behalve
één), enkel
voorafgaat aan een meervoudig substantief (bijv.
nul boeken, maar
nul
boekuitgesloten). Op die laatste bewering is overigens
wel wat af te dingen: in het Corpus Hedendaags Nederlands komt
nul regelmatig voor
in combinatie met een substantief in het enkelvoud, zoals
nul ervaring,
nul uitstoot,
nul risico,
nul kans,
nul effect en
nul vertrouwen.
Van Dale (Den Boon & Hendrickx 2015) noemt
geen zowel als
telwoord, met de betekenis ‘niet één enkele’, als als lidwoord, met de
betekenis ‘niet één’.
Den Hertog (1972: 142-143) wijst erop dat
geen als telwoord
(afkomstig van nech-een =
‘zelfs niet één’) soms van het ontkennend lidwoord
geen kan worden
onderscheiden doordat het klemtoon krijgt. In Géén
Amsterdammer zal dat toegeven fungeert
geen als bepaald
telwoord en is de betekenis ‘zelfs niet één Amsterdammer zal dat
toegeven’, terwijl in Hij is geen
Amsterdammer het woord
geen als negatief
lidwoord fungeert en de betekenis van de zin kan worden omschreven als
‘hij is niet een Amsterdammer’.
Omdat het gebruik van geen
als bepaald telwoord enkel in een zeer specifieke betekenis aan de orde
is
wordt
het in dit hoofdstuk verder niet besproken. Zie hoofdstuk 29
Negatie voor een behandeling van
geen
als negatie-element en over het verschil in gebruik tussen
geen en
niet en
The negative article geen 'no' in Taalportaal voor
een (Engelstalige) beschrijving van
geen als negatief
lidwoord.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2023 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 7,../../data/archief/ans2/e-ans/07/body.html; |
vormen hoofdtelwoord