20.2.3.2.ii Uitzonderingen
Verder lezen
1
Als het naamwoordelijk deel een substantief zonder lidwoord is, zoals
beschreven
in
[4.5.6], kan het in enkelvoudsvorm ook met een meervoudig onderwerp
gecombineerd worden. Vergelijk:
Andere voorbeelden:
2Hun zoons zijn allebei dokter
geworden.
3Marcus en Lukas zijn
communist.
2
Als het onderwerp respectievelijk naamwoordelijk deel een verzamelnaam is
of anderszins een meervoudig betekenismoment heeft, kan het in
enkelvoudsvorm ook met een meervoudig naamwoordelijk deel respectievelijk
onderwerp gecombineerd worden. Voorbeelden:
4(In een toneelstuk: ) De
kinderen zijn het volk.
5Deze kloeke boekdelen zijn het
blijvend resultaat van onze inspanningen.
6Het grootste probleem zijn
jullie, eerlijk gezegd.
7Het bestuur van de
buurtvereniging zijn onze bovenburen.
8(In de tijd van onze ouders
werd er nog niet aan geboortebeperking gedaan.) Het resultaat was tien
kinderen.
9De inhoud van het collectezakje
was drie stuivers, twaalf centen en een knoop.
3
De voornaamwoorden het, dit en dat kunnen als onderwerp gecombineerd worden met een meervoudig naamwoordelijk
deel, bijv.:
10Dat zijn de
wethouders.
In dit soort gevallen verwijzen het, dit en dat naar referenten die meervoudig zijn. Uit de situatie
blijkt in een aantal gevallen of een enkelvoudige of meervoudige referent
bedoeld is. Iemand die vraagt Wat is dat? weet dat hij
informeert naar een enkelvoudige referent. In de zin Wat zijn dat? staat al bij voorbaat vast dat de taalgebruiker naar een
meervoudige referent informeert.
Zie verder(20.2.3.1.1, sectie 2).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |