14.5.3.11 Elementen als predicatieve nabepaling
Verder lezen
1
Op ongeveer dezelfde manier als een bijstelling
(zie
[14.5.3.2]) kunnen allerlei elementen die geen naamwoordelijke
constituent of infinitief zijn, als nabepaling bij een naamwoordelijke
constituent met substantivische kern of een persoonlijk, aanwijzend of
onbepaald voornaamwoord als kern gebruikt worden. Het gaat om adjectivische
constituenten, beknopte bijzinnen (met een deelwoord), bijwoordelijke
constituenten, voorzetselconstituenten (onder meer met een waarde die
vergelijkbaar is met een adjectivische constituent zoals van streek (zijn), in de war (zijn) of met de waarde van een
beknopte bijzin met zijnde, bijv.
13) en constituenten ingeleid door
als. Het zijn allemaal elementen die ook als bepaling van
gesteldheid tijdens de handeling (predicatieve toevoeging) gebruikt kunnen
worden
(vergelijk
[20.9.2]) en/of als naamwoordelijk deel van het gezegde
(vergelijk
[20.1.3.3]). Voorbeelden zijn:
1Zij, kwaad,
(sloeg de deur achter zich dicht.)
2De soldaten, helemaal in
de war, (vluchtten alle kanten uit.)
3Maarten, als
voorzitter, (opende de vergadering.)
4Het verhaal,
samengevat, (komt hierop neer.)
5Diegenen die niet geslaagd waren,
teleurgesteld, (probeerden alsnog het herexamen te
doen.)
6Iedereen hier
aanwezig (weet dat het bestuur daartegen
is.)
Zulke predicatieve nabepalingen komen vooral in geschreven taal voor. Ze
noemen als aanvullende informatie een 'toestand' van de zelfstandigheid die
door de naamwoordelijke constituent aangeduid wordt en worden door
komma-intonatie van de naamwoordelijke constituent waar ze bij horen
afgescheiden. Een enkele keer, zoals in voorbeeld
6, dragen ze bij aan een nadere
bepaling van de referent van de naamwoordelijke constituent waar ze bij
horen. Ze kunnen dan geparafraseerd worden met een beperkende betrekkelijke
bijzin en worden niet door een komma-intonatie gescheiden van de
naamwoordelijke constituent.
Net als bijstellingen kunnen ook predicatieve nabepalingen omschreven
worden door middel van bijzinnen. Met welke soort bijzin de nabepaling
omschreven kan worden, is niet altijd uit te maken. predicatieve
nabepalingen hebben namelijk niet altijd de waarde van een betrekkelijke
bijzin, maar afhankelijk van de context en de situatie kunnen ze ook de
waarde van een bijzin van causaliteit, toegeving, enz. hebben. Zo kan
nieuwsgierig in de zin:
7De jongen,
nieuwsgierig, (klom over het
hek.)
teruggevoerd worden op de bijvoeglijke (betrekkelijke) bijzin die nieuwsgierig was, maar de adjectivische constituent kan ook
opgevat worden als een reductie van de bijwoordelijke bijzin omdat hij nieuwsgierig was.
2
De mogelijkheden om zinsdelen in een predicatieve nabepaling of bijstelling
te incorporeren zijn ruimer dan bij voorbepalingen; ook onder meer
infinitiefconstructies zijn nu mogelijk
(vergelijk
[14.5.1.3]). Daarnaast zijn er ten aanzien van de onderlinge
volgorde van deze elementen ook meer mogelijkheden. Net als in volledige
zinnen kunnen sommige van die elementen achteraan in de zin staan
(zie
[21.7.3.2/iii2]).
Voorbeelden van predicatieve nabepalingen met daarin geïncorporeerde
zinsdelen (vermoedelijk in
7, zoals steeds in
8, luid in
9, door het lawaai
in 10, kort in
11, naast het bestaande overlegorgaan in 12 en
in het bergland in
13) zijn:
8de man, vermoedelijk
blond, (...)
9de jongen, zoals steeds
kwaad, (...)
10de honden, luid
blaffend, (...)
11de gevangene, gek
geworden door het lawaai, (...)
12het verhaal, kort
samengevat, (...)
13een stichting,
opgericht naast het bestaande overlegorgaan,
(...)
14Ruwhart, op rooftocht
in het bergland, (...)
Bijzondere aandacht verdienen (predicatieve) nabepalingen van het volgende
type:
15Het meisje, (met) de handen in haar schoot, (zat somber voor zich uit te
staren.)
16Claude, (met) zijn alpino schuin op zijn grote hoofd, (kwam hier elke morgen
langsslenteren.)
17(Op de tafel lag) een boek,
met op de kaft de schrijver in vol
ornaat.
18Kareltje, met een korte
broek aan, (liep parmantig naast z'n
vader.)
19Het
orkest, met Trevor Pinnock achter het klavecimbel,
(zal werk van J.S. Bach uitvoeren.)
3
De plaats van een predicatieve nabepaling ten opzichte van andere
nabepalingen is te vergelijken met die van een bijstelling
(zie
[14.5.3.2]). Enkele voorbeelden:
20Dat meisje uit Oostende,
kwaad, (liep weg.)
21Die bijeenkomst gisteren,
lang voorbereid, (was een
succes.)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |