1.1.4.1 Variatie in klinkerlengte
In het Nederlands is klinkerlengte niet fonemisch, maar
allofonisch: als je de klinker in
biet langer uitspreekt,
leidt dit niet tot betekenisverandering. Het is echter de fonologische context
die bepaalt of een klinker gerekt wordt. Zo worden in het Nederlands gespannen
klinkers gerekt voor
r.
In het Nederlands worden er ongespannen en
gespannen
klinkers onderscheiden.
Er is geen duidelijk fonetisch correlaat voor het contrast gespannen vs.
ongespannen. Volgens Botma et al. (2012: 277) zijn ongespannen klinkers
minder perifeer, d.w.z. meer gecentraliseerd, dan gespannen
klinkers.
Traditioneel wordt er een indeling gemaakt zoals in Tabel 1.
De klinker sjwa kan enkel in onbeklemtoonde lettergrepen staan.
De klinkers in de eerste kolom van Tabel 1 zijn ongespannen en kort, die
in de tweede kolom zijn gespannen en kunnen kort (de
i, y,
u, behalve voor
r) of
lang (de overige klinkers in de tweede kolom) zijn, terwijl de leenvocalen in de
derde kolom en de tweeklanken in de vierde kolom altijd lang zijn.
Tabel 1. De Nederlandse klinkers die in beklemtoonde lettergrepen kunnen
verschijnen (aangepast uit Gussenhoven 2009: 3)
Ongespannen (kort) | Gespannen (kort of lang) | Gespannen (lang) | Diftongen |
ɪ ʏ | i y u | iː yː uː | |
ε ɔ | eː øː oː | εː œː ɔː | |
ɑ | aː | ε͂ː ɔ͂ː | εi œy ɔu |
ɑː ɑ͂ː |
De gespannen klinkers e, ø, o,
a hebben alleen in beklemtoonde
lettergrepen een langere klinkerduur, terwijl ze in onbeklemtoonde lettergrepen
kort zijn, net als i, y,
u. In een woord als
piano met de woordklemtoon
op de tweede lettergreep, is er dus geen verschil in duur tussen de
i in
de eerste lettergreep en de
o in
de laatste lettergreep en is enkel de
a
lang (dus
piˈa:no).
Verder is er ook een verschil in lengte tussen klinkers met de
secundaire klemtoon van een woord, en die zonder
klemtoon. In een woord als
rododendron is de eerste
o dus
langer dan de tweede, omdat de eerste
o
secundaire klemtoon draagt
(ˌrodoˈdɛndrɔn),
terwijl de tweede
o
onbeklemtoond is.
Bron: Rietveld et al. (2004).
De toekenning van klinkerlengte is dus een allofonisch proces dat onder andere
bepaald wordt door prosodische factoren, zoals woordklemtoon. Hierbij speelt ook
het proces van klinkerverkorting een rol: door dit proces kunnen gespannen klinkers
in lettergrepen zonder hoofdklemtoon (zoals de eerste lettergreep van
pacificatie) verkort worden uitgesproken.
Naast prosodische factoren hebben ook andere fonologische aspecten een
effect op de duur van klinkers. Zo stelt Nooteboom (1972: 399-401) vast
dat in nonsenswoorden met bilabiale medeklinkers (van het type pVpVpVp,
waarbij V = klinker) opener klinkers langer duren dan geslotener
klinkers, dat meer geronde klinkers langer duren dan minder geronde
klinkers, dat sterk gespreide klinkers langer duren dan minder sterk
gespreide klinkers en dat lipronding een sterker effect heeft op de duur
van voorklinkers dan op die van achterklinkers.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |