14.5.3.2 Naamwoordelijke constituenten als bijstelling
Verder lezen
1
Bijstelling of
appositie noemt men elke naamwoordelijke constituent die als aanvullende
informatie achter een andere naamwoordelijke constituent geplaatst wordt,
zoals een voorzichtig man in het volgende voorbeeld:
1De schipper, een
voorzichtig man, (hield zijn schip aan de
kade.)
Die aanvullende informatie dient als explicitering van datgene wat genoemd
wordt door de naamwoordelijke constituent waar de bijstelling bij hoort (de
referent van de naamwoordelijke constituent). In gesproken taal wordt een
bijstelling door een lichte pauze van deze constituent afgescheiden
(zogenaamde komma-intonatie). In geschreven taal wordt ze altijd tussen
twee komma's geplaatst - op het eind van een zin vervalt de tweede komma
uiteraard.
De betekenis van bijstellingen kan omschreven worden door middel van een
uitbreidende betrekkelijke bijzin die een naamwoordelijk gezegde bevat. In
het gegeven voorbeeld zijn de naamwoordelijke constituent en de
bijbehorende bijstelling samen dus te omschrijven als 'de schipper, die een
voorzichtig man was'.
Nabepalingen in de vorm van een bijstelling kunnen voorkomen bij
naamwoordelijke constituenten met een substantivische kern en bij
naamwoordelijke constituenten met een persoonlijk, aanwijzend of onbepaald
voornaamwoord als kern. Voorbeelden van bijstellingen zijn (voor een geval
als 4:
vergelijk
[14.7.2]):
2Die man daar, iemand van
de directie, (heeft z'n ontslag
aangeboden.)
3Gij,
Allerhoogste, (...)
4(Bij) zijn broer,
Hans, (kun je kaartjes voor die wedstrijd
kopen.)
5Het
rendier, het huisdier van de Lappen, (kennen velen
waarschijnlijk alleen maar van plaatjes.)
6De componist van deze sonate,
Mozart, (schijnt onder verdachte omstandigheden
gestorven te zijn.)
7(Wee) mij,
ongelukkige.
8(Die meneer is) dominee De Wapper,
een bekend godgeleerde.
9Wespen, lastige
insekten, (kunnen het plezier om buiten te zitten flink
bederven.)
10Iemand die ik ken, een
begenadigd wielrenner, (is gisteren
overleden.)
11Diegene die je daar ziet,
een ongelooflijke eikel, (heeft zijn kinderen in de
steek gelaten.)
Een speciaal geval van een bijstelling bij een naamwoordelijke constituent
met een persoonlijk voornaamwoord als kern, is het zogenaamde
majesteitsmeervoud: op een
meervoudig persoonlijk voornaamwoord volgt een naamwoordelijke constituent
in het enkelvoud:
12Wij, Koning der
Belgen, (...)
Ook een (gesubstantiveerde) infinitief kan als bijstelling gebruikt worden,
bijv.:
13De dagelijkse bezigheid van een
auteur, schrijven, (wordt niet altijd
gewaardeerd.)
De naamwoordelijke constituent en bijstelling zijn in principe onderling
verwisselbaar, bijv. zijn broer, Hans, (...) of
Hans, zijn broer, (...). Dit ligt echter in bepaalde
contexten of in bepaalde situaties niet altijd erg voor de hand. (Zie voor
de gevallen zonder
komma-intonatie
[14.7].)
2
Bijstellingen kunnen vergezeld gaan van andere elementen die normaliter
alleen voorkomen als zinsdeel in zinnen. Als we bijstellingen beschouwen
als gereduceerde zinnen, dan kunnen we deze elementen beschouwen als
constituenten die in een overeenkomstige zin ten opzichte van het
naamwoordlijk gezegde fungeren als voorwerpen of bepalingen, zoals bijv.
sinds lang in:
14Het rendier, sinds
lang het huisdier van de Lappen, (kennen velen waarschijnlijk
alleen maar van plaatjes.)
De mogelijkheden om 'zinsdelen' in dit type nabepaling te incorporeren zijn
ruimer dan bij voorbepalingen in de vorm van adjectivische constituenten
(zoals dat verkeerstechnisch moeilijke probleem, zie
hiervoor
[14.5.1.3]). Ook onder meer infinitiefconstructies zijn nu mogelijk.
Ook ten aanzien van de onderlinge volgorde van deze elementen zijn er meer
mogelijkheden. Net als in volledige zinnen kunnen sommige van die elementen
na het gezegde optreden.
Voorbeelden van nabepalingen in de vorm van een bijstelling met daarin
geïncorporeerde zinsdelen zijn verder:
15Mijn dagelijkse bezigheid,
stukjes schrijven, (begint me danig te
vervelen.)
16Die man daar, tot nog
toe directeur van ons bedrijf, (denkt erover om naar het
buitenland te gaan.)
17De gevangene,
vermoedelijk een gevaarlijk misdadiger, (wordt morgen
voorgeleid.)
3
Wat de plaatsing van een bijstelling ten opzichte van andere nabepalingen betreft, valt op te
merken dat de bijstelling na een beperkende (betrekkelijke) bijzin komt (zie voorbeeld 18), maar voor een uitbreidende (betrekkelijke) bijzin (zie
voorbeeld 19). Een beperkende bijzin draagt immers bij
aan de bepaling van de referent van het kernwoord (
vogel
in het voorbeeld); de bijstelling vormt dan een nadere specificering van het geheel
de vogel die je daar ziet
. Een uitbreidende bijzin daarentegen draagt niet bij aan de bepaling van de referent
van het kernwoord (
Jansen
in het voorbeeld) en staat dan ook na de specificering (de bijstelling).
Vergelijk:
18De vogel die je daar ziet,
een koolmees, (bouwt zijn nest in holten en
spleten.)
19Jansen, mijn
buurman, die al negentig is, (gaat nog iedere dag
wandelen.)
Een bijstelling kan onder bepaalde voorwaarden ook elders in de zin
voorkomen
(zie
[21.7.3.2/iii2]
en
[21.7.3.3]), bijv.:
20(Hij heeft) de leraar Nederlands
(in de stad zien wandelen), meneer
Bakker.
Vergelijk in dit verband ook de exclamatieve toevoegingen
in
[21.9.2.1/2].
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |