Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.3.3 Samenstelling
De vorming van werkwoorden door middel van samenstelling, waarbij twee of meer woorden gecombineerd worden tot één woord, is in het Nederlands niet productief. Toch komen er wel enkele van zulke samenstellingen voor, met een substantief of werkwoord als linkerdeel:
1amet een substantief als linkerdeel: beeldhouwen, bloemlezen, hongerstaken, mantelzorgen, slaapwandelen, stofzuigen, tekstverwerken
bmet een werkwoord als linkerdeel: schaterlachen, spelevaren, stortregenen, zweefvliegen
Werkwoordelijke samenstellingen als die in (1a) zijn waarschijnlijk gevormd op basis van de corresponderende substantivische samenstellingen beeldhouwer, bloemlezing, hongerstaking, mantelzorger, slaapwandelaar, stofzuiger en tekstverwerker. Deze werkwoorden zijn ontstaan door de substantivische samenstellingen op te vatten als afleidingen. Zo kon de samenstelling beeldhouwer worden geherinterpreteerd als een afleiding met het suffix -er van het werkwoord beeldhouwen. De werkwoordelijke samenstellingen in (1b) zijn combinaties van twee werkwoorden.
Verder lezen
Samenstelling vs. samenkoppeling
Wel productief is de vorming van samenkoppelingen van een substantief en een werkwoord, zoals autorijden, deelnemen en feestvieren. Het verschil met samenstellingen is dat bij samenkoppelingen de samenstellende delen kunnen worden gesplitst. Vergelijk:
2aHij {rijdt graag auto / *autorijdt graag}.samenkoppeling
bHij {*wandelt vaak slaap / slaapwandelt vaak}.samenstelling
Samenstelling vs. conversie
Sommige werkwoorden lijken op verbale samenstellingen, maar zijn conversies van substantivische samenstellingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de volgende werkwoorden:
Tabel 1. Conversie van substantivische samenstelling naar werkwoord
substantivische samenstelling werkwoord
blinddoek blinddoeken
blokfluit blokfluiten
glimlach glimlachen
ijsbeer ijsberen
sjoelbak sjoelbakken
voetbal voetballen
waterfiets waterfietsen
Ook werkwoorden als schaterlachen en stortregenen zouden opgevat kunnen worden als conversies van de substantivische samenstellingen schaterlach en stortregen.
De vervoeging van samengestelde werkwoorden
Samengestelde werkwoorden worden vervoegd als regelmatige werkwoorden. Vergelijk:
Tabel 2. Vervoeging van werkwoordelijke samenstellingen
werkwoordelijke samenstelling verleden tijd voltooid deelwoord
beeldhouwen beeldhouwde (*beeldhieuw) gebeeldhouwd (*gebeeldhouwen)
blokfluiten blokfluitte (*blokfloot) geblokfluit (*geblokfloten)
glimlachen glimlachte geglimlacht (*geglimlachen)
stofzuigen stofzuigde (*stofzoog) gestofzuigd *(gestofzogen)
Het werkwoord zuigen in stofzuigen wordt wel sterk vervoegd als stofzuigen wordt opgevat als een samenkoppeling. Dan is immers sprake van een apart werkwoord zuigen, dat sterk vervoegd wordt. In dat geval is de verledentijdsvorm dus stofzoog, en het voltooid deelwoord stofgezogen.
Zie ook De Vries (1975: 103-104).
Exocentrische werkwoordelijke samenstellingen
Het Nederlands heeft een beperkt aantal werkwoordelijke samenstellingen waarvan het linkerdeel een werkwoord is, en het rechterdeel een zelfstandig naamwoord. We noemen dit exocentrische werkwoordelijke samenstellingen. Voorbeelden zijn:
3klappertanden, knipogen, kortwieken, likkebaarden, schuimbekken, stampvoeten, trekkebekken
Het rechterdeel van zulke samenstellingen noemt een lichaamsdeel dat fungeert als instrument of plaats van de handeling aangeduid door het linkerdeel. In sommige van deze samenstellingen, zoals likkebaarden en trekkebekken, is er een verbindingsklank -e-. Dit type samenstelling is wel eens productief gebruikt in impressionistisch proza, zoals in de vorming door Jacobus van Looy van twinkeloogen.
Zie voor meer voorbeelden De Vries (1975: 107-108).
Een werkwoord als knipogen zou ook opgevat kunnen worden als een conversie van de samenstelling knipoog, maar dit geldt niet voor de meeste van de samenstellingen in (3). Er is bijvoorbeeld geen substantivische samenstelling klappertand.
Zie Weggelaar (1986).
Deze samenstellingen zijn exocentrisch, want in deze werkwoordelijke samenstellingen is het rechterdeel geen werkwoord, maar een zelfstandig naamwoord. Nederlandse samenstellingen zijn doorgaans endocentrisch en rechtshoofdig. Ook de linkerdelen van de woorden in (3), die wel werkwoord zijn, kunnen niet als het hoofd worden opgevat, want ze kunnen niet worden vervoegd. De verledentijdsvorm van schuimbekken is bijvoorbeeld niet *schuimdebek, maar schuimbekte.
Dit woordvormingspatroon is niet productief.
De schrijver Lodewijk van Deyssel vormde wel zulke samenstellingen, zoals wijsarmen ‘wijzen met je armen’ en spreekmonden ‘spreken met je mond’ in de roman De kleine republiek. Zie Booij (2009b).
Immobiele werkwoordelijke samenstellingen
Een aantal samenstellingen treden alleen op in de infinitief, en daarnaast in vervoegde vorm alleen in bijzinnen. Dit geldt voor samenstellingen als de volgende:
4buikspreken, koorddansen, mastklimmen, niveaulezen, schoolzwemmen, steengrillen, stijldansen, touwtrekken, zaklopen, zeezeilen
Deze werkwoorden zijn niet voor alle taalgebruikers gewone samengestelde werkwoorden, omdat ze voor sommigen niet in vervoegde vorm kunnen optreden in hoofdzinnen. Dit wordt hier geïllustreerd voor de werkwoorden stijldansen en zeezeilen:
5Mijn zuster zal morgen gaan stijldansen.
Ik vind dat mijn zuster goed stijldanst.
Mijn zuster probeert {*stijl te dansen / te stijldansen}.
Mijn zuster {?stijldanst uitstekend / *danst uitstekend stijl}.
6Mijn vader gaat regelmatig zeezeilen.
Ik weet dat mijn vader vaak zeezeilt.
Mijn vader belooft vaker {te gaan zeezeilen / *zee te gaan zeilen}.
Mijn vader {?zeezeilt vaak / *zeilt vaak zee}.
Er zijn echter ook taalgebruikers die wel de ongesplitste vervoegde vormen van zulke werkwoorden kunnen gebruiken in hoofdzinnen. Voorbeelden zijn:
7aEen koppel stijldanst op een wolkenkrabber op 200 meter hoogte.
Internet, geraadpleegd op 24 januari 2022 
bOf je zeezeilt er gewoon heen.
Internet, geraadpleegd op 24 januari 2022 
Dergelijke werkwoorden worden immobiele werkwoorden genoemd als de twee delen niet gesplitst mogen worden. Het zijn dan dus geen gewone samenkoppelingen.
Literatuur
Koopmans (1995), Booij (2010: 112-115)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links