Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
2.3.2.3 De stam
Verder lezen
1
De stam is een geconstrueerd taalelement dat als hulpmiddel dient voor de bepaling van de vervoeging.
De stam wordt verkregen door de uitgang sjwa of sjwa + n van de infinitief zoals die wordt uitgesproken, weg te laten. Een uitzondering vormt het werkwoord komen, waarvan de stam kom (en niet koom) is. Staat in de infinitief voor de uitgang een b, d, g, v, of z, zoals in schrobben, doden, zeggen, leven, reizen, dan eindigt de (abstracte) stam dus ook op die medeklinker.
De stam van gaan is: ga, van slaan: sla, van staan: sta, van zien: zie, van doen: doe en van zijn: zij.
2
Veel werkwoordsvormen kunnen van de stam afgeleid worden. Daartoe kan de stam zonder of met uitgang worden gebruikt. In beide gevallen moet de abstracte stam 'geconcretiseerd' worden, dat wil zeggen in de gesproken taal aan de uitspraakregels, in de geschreven taal aan de spellingsregels aangepast.
Voor de gesproken taal betekent dit dat de medeklinkers b , d , g , v en z die niet aan het begin van een lettergreep of tussen klinkers staan, uitgesproken worden als p , t , ch , f en s volgens de regel van de finale verscherping (zie 1.1.3, sectie 2). Bij de zojuist gegeven voorbeelden is dat in de spelling niet te zien aan schrob, zeg en dood, wel aan leef en reis. Hetzelfde geldt voor schrobt, zegt, leeft en reist. Verder bestaan er in de Nederlandse uitspraak geen dubbele of verlengde medeklinkers: de vorm doodt (stam + t ) heeft dus dezelfde uitspraak als dood (stam).
Voor de geschreven taal zijn de volgende spellingsregels van belang:
  1. De klinkers die voorkomen in de woorden paar, keel, boom en fuut, worden enkel geschreven in een open lettergreep (die eindigt op een klinker) en dubbel in een gesloten lettergreep (die eindigt op een medeklinker), zodat naast elkaar voorkomen:
    infinitief: doden leven
    stam: dood leef
    stam + t: doodt leeft
    Een uitzondering vormt de u voor w, die altijd enkel geschreven wordt: huwen, huw, huwt.
  2. De medeklinkers b, d en g worden aan het eind van een lettergreep of voor een medeklinker in dezelfde lettergreep ook als b, d en g geschreven (dus niet in overeenstemming met de uitspraak), de medeklinkers v en z worden in die gevallen vervangen door f en s (dus in overeenstemming met de uitspraak). Naast elkaar komen dus voor:
    infinitief: schrobben doden zeggen
    stam: schrob dood zeg
    stam + t: schrobt doodt zegt
    maar:
    infinitief: leven reizen
    stam: leef reis
    stam + t: leeft reist
  3. Een medeklinker wordt in dezelfde lettergreep nooit dubbel geschreven. Staat er in de infinitief voor de uitgang -en een t, dan hebben stam en 'stam + t'dus dezelfde vorm, zodat naast elkaar voorkomen:
    infinitief: zetten
    stam: zet
    stam + t: zet
3
In de volgende subparagrafen wordt de vervoeging van het werkwoord in de geschreven taal uiteengezet, waarbij dus de spellingsregels in acht genomen moeten worden. Waar nodig worden opmerkingen over de uitspraak gemaakt.
Om werkwoordsvormen af te leiden van de stam dienen de volgende stappen genomen te worden:
  1. bepaal de stam;
  2. voeg de eventuele uitgang toe;
  3. pas de spellingsregels toe (zie 2).
Ter illustratie dienen de volgende voorbeelden met de werkwoorden doden, leven en zetten. Hierbij is de abstracte stam weergegeven met gewone lettertekens die de uitspraak zo goed mogelijk benaderen.
presens eerste persoon enkelvoud (stam):
[a] dood [a] leev [a] zet
[b] - [b] - [b] -
[c] dood [c] leef [c] zet
presens derde persoon enkelvoud (stam + t ):
[a] dood [a] leev [a] zet
[b] dood+t [b] leev+t [b] zet+t
[c] doodt [c] leeft [c] zet
imperfectum enkelvoud (stam + te na t, k, s, ch, p; de in andere gevallen):
[a] dood [a] leev [a] zet
[b] dood+de [b] leev+de [b] zet+te
[c] doodde [c] leefde [c] zette
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links