Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
21.4.9.2.3 Niet meer
Verder lezen
De negatie bestaande uit niet meer wordt op dezelfde manier gebruikt als niet, vergelijk bijv.:
1aDe redacteur |had| het hoofdstuk niet meer af |kunnen werken.|
bDe redacteur |had| niet meer het hoofdstuk (maar wel die ene paragraaf) af |kunnen werken.|
In een aantal gevallen komt omsluiting van het te ontkennen element door niet meer voor. Het is voorshands niet helemaal duidelijk wanneer dit verplicht is en wanneer facultatief. Omsluiting treedt op:
  • bij versmelting tot geen...meer, bijv.:
    2Er |is| geen eten meer.
  • bij de woorden veel, weinig, genoeg, voldoende (al dan niet deel uitmakend van een naamwoordelijke constituent), bijv.:
    3aIk |lees| de laatste tijd niet veel boeken meer.
    bIk |lees| de laatste tijd niet meer veel boeken.
    4Er |was| niet genoeg meer.
    Plaatsing van niet meer vóór de hele naamwoordelijke constituent zoals in 3b is minder gebruikelijk in de noordelijke helft van het taalgebied. Als één van deze woorden echter nog voorafgegaan wordt door een bijwoord zoals zo, is plaatsing van niet meer vóór de hele naamwoordelijke constituent wel algemeen gebruikelijk, zie bijv. 5b:
    5aIk |lees| de laatste tijd niet zo veel boeken meer.
    bIk |lees| de laatste tijd niet meer zo veel boeken.
  • bij een adjectief als naamwoordelijk deel van het gezegde, bijv.:
    6aDie thee |is| niet goed meer.
    bDie thee |is| niet meer goed.
    7aDe lerares |bleek| niet ziek meer |te zijn. |
    bDe lerares |bleek| niet meer ziek |te zijn. |
    De voorkeur voor een van beide varianten kan individueel en/of geografisch verschillen.
  • bij sommige bijwoorden, bijv.:
    8Ik |blijf| toch niet lang meer.
  • bij de zelfstandige onbepaalde voornaamwoorden alles, alle(n), iedereen en naamwoordelijke constituenten met de bijvoeglijke onbepaalde voornaamwoorden alle, ieder(e), elk(e), bijv.:
    9Mies |kon| toch niet iedereen meer |bereiken. |
    10De studenten |hoefden| niet alle artikelen meer |te lezen.|
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links