18.5.4 Werkwoorden met een infinitief als aanvulling
Verder lezen
- [18.5.4.1] Inleiding
- [18.5.4.2] Liggen, zitten, hangen (onovergankelijk), staan, lopen
- [18.5.4.3] Blijven, gaan, komen
- [18.5.4.4] De hulpwerkwoorden van modaliteit kunnen, moeten, (be)hoeven, mogen, willen, zullen
- [18.5.4.5] De hulpwerkwoorden van modaliteit blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen, toeschijnen
- [18.5.4.6] (Be)horen, dienen
- [18.5.4.7] Durven
- [18.5.4.8] Zien, horen, voelen, (ruiken)
- [18.5.4.9] Kijk, hoor
- [18.5.4.10] Doen, laten
- [18.5.4.11] Vinden, achten
- [18.5.4.12] Weten
- [18.5.4.13] Helpen, leren
- [18.5.4.14] Hebben, krijgen
- [18.5.4.15] Zijn
- [18.5.4.16] Beogen, menen, vergeten, wagen, weigeren, wensen
- [18.5.4.17] Pogen, proberen, trachten, zien, zoeken
- [18.5.4.18] Besluiten, beweren, denken, eisen, geloven, hopen, verlangen, vermogen, verzuimen, vrezen, zeggen
- [18.5.4.19] Beloven, dreigen
- [18.5.4.20] Beginnen
- [18.5.4.21] Plegen
- [18.5.4.22] Geven
- [18.5.4.23] Hangen (overgankelijk), leggen, zetten
- [18.5.4.24] Staan, vallen
- [18.5.4.25] Andere werkwoorden
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |