21.4.7.3 De onderlinge plaatsing van lijdend voorwerp en indirect object
Verder lezen
Ten aanzien van volgorderegel [7] van het regelsysteem
in
[21·4·2/3] geldt het volgende: als lijdend voorwerp en indirect
object beide een substantivische constituent zijn, moet het indirect object
steeds vóór het lijdend voorwerp staan (beide kunnen wel door een
bijwoordelijke bepaling gescheiden zijn;
zie
[21·4·8·2/6]). Voorbeelden zijn:
1|Heb| je die jongen dat boek
|gegeven?|
2|Heb| je die jongen een boek
|gegeven?|
Deze regel geldt bijv. ook als het indirect object uit een aanwijzend
voornaamwoord bestaat, maar als het lijdend voorwerp een aanwijzend
voornaamwoord is, kan dit ook vóór het (substantivische) indirect object
staan. Vergelijk 3 en
4 met
5:
3|Heb| je die
dat boek dan toch |gegeven?|
4|Heb| je die
dan toch een boek |gegeven?|
De genoemde regel gaat voorts niet steeds op als het indirect object een
voorzetselconstituent is, ingeleid door aan respectievelijk
voor. Dan is verplaatsing gemakkelijk mogelijk, zij het dat de
informatieve geleding kan verschillen. Gewoonlijk komt een bepaalde
constituent vóór een onbepaalde
(zie
[21·4·2/1]). Vergelijk:
6Je |zou| toch voor je zus een bóek
|kopen?|
7Mark |wilde| het doosje aan een
jóngetje |geven.|
8(Ik vind het verkeerd) |om| aan
Jan een brómfiets cadeau |te doen.|
9(Hij zei) |dat| hij het boek voor
z'n zus |zou kópen. |
Naast 6 kan met precies dezelfde
betekenis (met een accent op boek) en in precies dezelfde
context gebruikt worden:
10Je |zou| toch een bóek voor je
zus |kopen?|
Alleen staat het informatief belangrijkste element nu in afwijking van een
strikte links-rechts-ordening meer naar links in de zin. Ook bij
8 en
9 is een verandering van volgorde
mogelijk zonder dat er van een betekenisverschil sprake hoeft te zijn. Met
implicaties zowel voor de betekenis als voor de informatieve geleding
daarentegen kunnen naast de zinnen
7 t.e.m.
9 ook voorkomen, bijv. in een
contrastieve context:
11Mark |wilde| aan een jongetje het
dóósje |geven| (, niet de snóepjes.)
12(Ik vind het verkeerd) |om| een
bromfiets aan Ján cadeau |te doen| in plaats van aan
Hénk.
13(Hij
zei) |dat| hij voor z'n zus het bóek |zou kopen| (, maar niet de
bóekenkast.)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |