4.5.5 Bij aansprekingen
Verder lezen
Bij aansprekingen worden in het algemeen substantieven (eventueel in
combinatie met een bepaling, zie voorbeeld
5) zonder lidwoord gebruikt. Voor
gebruik in aansprekingen komen vooral in aanmerking: eigennamen (als deze
normaal met een lidwoord gecombineerd worden, verliezen ze dit lidwoord),
woorden als meneer en
mevrouw, verwantschapsnamen
(vooral (groot)vader,
(groot)moeder en synoniemen;
oom,
tante; in mindere mate
neef,
nicht) en sommige namen van
beroepen en functies (bijv.
meester,
dominee,
bakker,
voorzitter). Voorbeelden:
1Boudewijn, kun
je voor mij een pakje kauwgom meenemen?
2Mevrouw, kunt u
mij vertellen hoe laat het is?
3Moeder, waar
ligt de afstandsbediening van de tv?
4Ober, mag ik
twee pils?
5Brutale vlegel,
wie denk je wel dat je bent!
In bijzondere gevallen (bijv. bij personificatie) kunnen echter ook andere
soortnamen (zie voorbeeld 6),
evenals eigennamen (zie voorbeeld
7), als aanspreekvorm gebruikt
worden. Enkele voorbeelden van minder voor de hand liggende gevallen:
6Paraplu, waar
ga je met dat kind naar toe?
7O Hebriden, uw
ruige schoonheid zal ik nooit vergeten!
Alleen in de als indirecte aanspreking gebruikte formule '
meneer/mevrouw de + substantief'
komt het lidwoord voor. Als substantief worden hier namen van beroepen en
functies gebruikt die als 'hoog' aangevoeld worden, bijv.
advocaat,
ambassadeur,
burgemeester,
consul,
deken,
directeur,
minister,
president,
schepen,
senator,
volksvertegenwoordiger,
voorzitter,
wethouder
Verbonden met namen van andere (lagere) beroepen of met soortnamen die een
subjectieve kwalificering inhouden, krijgt de formule een ironisch karakter.
Voorbeelden:
8Meneer de
bediende zet wel een grote mond op, zeg.
9Mevrouw de
verraadster heeft weer een nieuwe jurk
aan.
10Heeft
meneer de vitter nog een
opmerking?
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |