Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.4.2.2.3.1 De allomorfen van het verkleinwoordsuffix
De keuze van een van de vormen van het verkleinwoordsuffix wordt bepaald door de klankvorm van de laatste lettergreep van het basiswoord. Voor de allomorfen (vormvarianten) van het verkleinwoordsuffix gelden de volgende regels:
  • -kje na een onbeklemtoonde lettergreep eindigend op velaire nasaal ŋ
  • -pje na een m voorafgegaan door een sjwa, een lange klinker, een tweeklank, l of r, alsmede na meerlettergrepige leenwoorden op -um
  • -etje na een nasale medeklinker m, n, ŋ, l, r, voorafgegaan door een ongespannen klinker
  • -je na een plof- of wrijfklank
  • -tje in alle overige gevallen
Ook de stam van het verkleinwoord kan vormvariatie vertonen, zoals in het verkleinwoord scheepje naast het basiswoord schip.
Verder lezen
De allomorf -kje
Het achtervoegsel heeft de vorm -kje kjə na een onbeklemtoonde lettergreep eindigend op de velaire nasaal ŋ, gespeld als ng (de letter g valt weg in de spelling voor een k). Als de laatste lettergreep op ŋ secundaire klemtoon draagt, is de vorm -etje ətjə.
Vormen op -kje zijn niet volledig uitgesloten. In het Corpus Hedendaags Nederlands vinden we bijvoorbeeld woorden als tekeninkje en vergaderinkje, al gaat dat in tegen adviezen zoals die van Taaladvies.net  en Team Taaladvies .
Vergelijk:
1zonder klemtoon op -ing:
abuiginkje, harinkje, kettinkje, ontstekinkje, puddinkje, sluitinkje, vertellinkje, winterkoninkje, woninkje
met secundaire klemtoon op -ing:
btékenìngetje, óéfenìngetje, vergáderìngetje, wándelìngetje
Persoonsnamen op -ling krijgen in het verkleinwoord altijd -etje, omdat het suffix -ling secundaire klemtoon draagt:
2 jóngelìngetje, léérlìngetje, náárlìngetje, twéélìngetje
De allomorf -pje
De vorm van het achtervoegsel is -pje pjə na m, voorafgegaan door een sjwa, een lange klinker, een tweeklank, een l of r, alsmede na meerlettergrepige leenwoorden op -um. Voorbeelden:
3bezempje, bloesempje
boompje, kraampje, probleempje, riempje, bloempje, kostuumpje
geheimpje, pluimpje
palmpje; wormpje
centrumpje, museumpje
Naast bloempje komt ook bloemetje voor, onder meer in de samenstelling bloemetjesbehang en in de uitdrukkingen iemand in de bloemetjes zetten en de bloemetjes buiten zetten. Ook in de betekenis 'boeket, bos bloemen' is alleen bloemetje mogelijk.
De allomorf -etje
De allomorf -etje treedt op na een medeklinker m, n, ŋ, l, r, voorafgegaan door een ongespannen klinker. Voorbeelden zijn:
4bomm-etje, tonn-etje, ring-etje, ball-etje, karr-etje
Zie ook de verkleinwoorden van woorden op -ing in (2), zoals leerlingetje. Daarnaast treedt deze allomorf ook in een beperkt aantal woorden op na een plof- of wrijfklank, zoals in kippetje (naast kipje) en biggetje. Een uitzondering is Jantje (vergelijk kannetje, mannetje, pannetje).
De allomorf -je
Het achtervoegsel heeft de vorm -je na een basiswoord dat uitgaat op een plofklank of een wrijfklank, dat wil zeggen na p, b, t, d, f, s, k, g, x, maar na b kan meestal ook -etje komen. Voorbeelden zijn:
5aapje, appje, koopje
kwabje, lobje
katje, rietje
liedje, mandje
kuifje, zeefje
baasje, vogelhuisje, faxje, telexje
pakje, rokje
boogje, laagje
lachje
Van onder meer de volgende substantieven komen twee verkleinwoordvormen voor:
6kip – kippetje / kipje
pop - poppetje / popjeIn de betekenis 'figuurtje' alleen poppetje, bijv. poppetjes tekenen.
rib – ribbetje / ribje
schub – schubbetje / schubje
slab – slabbetje / slabje
brug – bruggetje / brugje
rug – ruggetje / rugje
vlag - vlaggetje / vlagje
weg - wegje, weggetje
De allomorf -tje
Het achtervoegsel heeft de vorm -tje tjə in alle hierboven niet genoemde gevallen. Dat levert de volgende patronen op:
7na /n, l , r/ voorafgegaan door een lange klinker of een tweeklank en na /rn/:
maantje, beentje, boontje, deuntje, tientje, tuintje, zoentje
deeltje, mailtje, Floortje, paaltje, keeltje, zeiltje, zooltje
broertje, haartje, heertje, boortje, deurtje, kiertje, kleurtje, uurtje
hoorntje, lantaarntje, voorntje
8na een niet-beklemtoonde slotlettergreep op /n, l, r/ voorafgegaan door een niet beklemtoonde klinker:
etentje, wagentje, lepeltje, tafeltje, dochtertje, motortje
9na klinkers, tweeklanken (in de spelling eindigend op i, u of w), en lange klinkers gevolgd door een /j/ of een /w/:
laatje, zeetje, spietje, baby'tje, strootje, koetje, reutje, reçuutje
eitje, koutje (de stam eindigt op een diftong maar gespeld zonder <w>), touwtje, truitje
aaitje, boeitje, leeuwtje, nieuwtje, duwtje
10na een sjwa:
anekdotetje, balustradetje, serenadetje, tantetje, vetetje
Het Nederlands heeft veel leenwoorden die (in de uitspraak) op klinkers eindigen en die volgens de hier gegeven regel in de verkleiningsvorm het achtervoegsel -tje krijgen. Dat brengt soms veranderingen in de spelling met zich mee. We noemen de volgende voorbeelden:
11bistro – bistrootje, diner – dinertje, café – cafeetje, cliché – clicheetje, depot – depotje, maillot – maillotje, chalet – chaletje, rendez-vous - rendez-voustje, vieux - vieuxtje
Onregelmatige verkleinwoorden bij substantieven die op een sjwa eindigen, zijn karbonade – karbonaadje (naast karbonadetje) en aspirine - aspirientje. Van machine komt zowel machientje als de regelmatige vorm machinetje voor. Naast vitaminen komt het verkleinwoord vitamientje voor, dat vooral in het meervoud vitamientjes wordt gebruikt.
Klinkerverandering
Bij een aantal woorden vertoont de vorm van het verkleinwoord klinkerverandering vergeleken met het basiswoord, zoals dat ook bij het meervoud van zulke basiswoorden voorkomt:
12blad (mv. bladeren) - blaadje
gat (mv. gaten) - gaatje (maar gatje bij de betekenis 'aars')
glas (mv. glazen) - glaasje
lot (mv. loten) - lootje (ook: lotje)
pad (mv. paden) - paadje (ook: padje)
schip (mv. schepen) - scheepje
staf (mv. staven) – staafje (maar stafje ‘kleine staf’)
vat (mv. vaten) - vaatje
Maar:
13dag (mv. dagen) - dagje (bijv. een dagje uit) vs. (mv.) daagjes (bijv. We zijn een paar daagjes weggeweest.)
spel (mv. spelen; spellen) - spelletje vs. speeltje ('stuk speelgoed')
Bijzondere vormen zijn de meervouden eiertjes (naast: eitjes), kindertjes (naast: kindjes), kleertjes ('kleine kleren', bijv. poppekleertjes, naast kleedjes 'kleine kleden’, in Belgisch-Nederlands ‘jurkjes’).
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links